in vele opzigten althans beter zijn, dan dit Boek? Men maakt het thans den leerlingen zoo gemakkelijk, dat spoediger vorderingen, dan voorheen, en meer algemeen verspreide kennis der oude talen billijk van onze eeuw mogen verwacht worden. En voldoet dezelve daaraan? Men zie rond.
De 63 eerste bladzijden van dit Boekje zijn geheel nutteloos, wanneer men den leerling eene goede dus genoemde Rudimenta in handen geeft, en dezelve met oordeel gebruikt, en door voorbeelden, die een bekwaam onderwijzer zeker niet behoeft te zoeken, opheldert. Voor het overige gedeelte zouden wij zelfs gedike's, en bijzonder bosscha's Leesboek kiezen. Wat doet een leerling, gelijk hier ondersteld wordt, met Mythologie en Historia literaria? Het Alphabetum artificiosum, pag. 74. is regt aardig. Pag. 127. plaatst de Heer jungst de bekende schoone regels van horatius:
Non possidentem multa vocaveris
Recte beatum; rectius occupat
Muneribus sapienter uti, caet.
Doch in den derden regel verandert hij Deorum in Divinis, zeker ter voorkoming van ketterij. Dit is loffelijk. Jammer maar, dat hierdoor het vers verloren gaat, en de leerling, deze regels aldus van buiten leerende, 't welk hij, vlug zijnde, zeker doet, eene fout aanleert, die hem nog in latere jaren, zelfs bij grooten en verdienden roem van geleerdheid, eene beschaming op den hals kan halen. Wij zouden hiervan voorbeelden kunnen aanwijzen.
De Index is van een', die zich teekent G.v.R.M.D. Indien wij ons niet bedriegen, schuilt onder deze letters een vrij bekend Schrijver en Vertaler van onderscheidene, meest geneeskundige, Werkjes, die zich, niet lang na de uitgave van dit Boek, op eene verschrikkelijke wijze van het leven beroofd heeft. Dien man, wiens treurig lot ons in der tijd diep geroerd heeft, hier onverwacht, misschien in zijn' laatsten letterarbeid, weder aan te treffen, wederhoudt ons van alle verdere aanmerkingen, en doet ons de pen nederleggen.