George van Waardestein. (Een geheel oorspronkelijke Hollandsche Roman.) Te Haarlem, bij A. Loosjes, Pz. In gr. 8vo. 359 Bl.
George van Waardestein is een uitmuntend jongeling, wiens jeugd slechts door eenen enkelen misstap, maar die terstond erkend, betreurd en verbeterd werd, is ontsierd, en die door dezen misstap nu voortaan geleerd was, en gewapend tegen iedere verleiding. Hij werd een edel mensch, maar had een treurig lot; met geheel zijne ziel hing hij aan een achtenswaardig meisje, de omstandigheden schenen hem te begunstigen, en het meisje beminde hem. Dan zij was van den Roomsch-Catholijken Godsdienst; hij Protestant. De zwarigheden van den kant zijner voogden kwam hij te boven; doch hare ouders blijven onverbiddelijk. Opgestookt door eenen ellendigen dommen priester, is de moeder vooral onvatbaar voor alle overtuiging. Hortense kwijnt in een klooster, en sterft; en géorge overleeft haar niet. Geheel anders is de geschiedenis van sophia, zijne zuster; zekerlijk een mooi en aardig meisje, maar onbezonnen (wie Mädchen sind, zegt de Duitscher.) Nog in tijds opent de getrouwe broeder haar het oog omtrent het liederlijk gedrag van haren minnaar; dan zij is niet te raden, bedriegt broeder en familie, en gaat met den losbol door. Zijne liefde bekoelt. George vond de onteerde moeder, in armoede, in een vreemd land. Hij verzoent haar met hare bloedverwanten, en nog gelukkig zoekt eindelijk de uitgemergelde ferdinand haar weder op, en herstelt hare eer door het huwelijk. Kort daarop sterft hij, en nu wordt zij de echtgenoote van een edel en uitmuntend man. Het kan zoo gebeuren, en de Romandichter heeft de geschiedenis, die hij dichten wil, in zijne magt; maar ons deed deze verschillende uitkomst, vooral om george en hortense, leed; sophia, die waarlijk veel geboet had, gunnen wij anders haar geluk wel. De Roman is wel gesteld, wel geschreven, en heeft indedaad de
strekking ter bevordering van goede zedelijke beginselen.