Leyden gespaard, die voltooijing toch niet gezien hebben, daar zijne verzwakte gezondheid, en vooral zijn gebrekkig gezigt, hem, gelijk uit het slot dezer Verhandeling blijkt, noodzaakten, het Werk hier af te breken, of misschien zijne ligchaamskrachten nog eens mogten hersteld worden. Intusschen had hij ten minste dit gedeelte ten einde gebragt, en wij zijn aan de zorg van zijnen waardigen leerling, den Heer j.o. sluiter, Hoogleeraar te Deventer, deszelfs uitgaaf verschuldigd.
De Heer luzac was voornemens, deze zijne Verhandeling aan zijnen hooggeachten Vriend, den Heer m. temmink, op te dragen. Hierom heeft de Heer sluiter, aan welken door de Heeren e. luzac, broeder van den Hoogleeraar, c. de gijselaar en j.c. souchay, Executeurs van s overledenen testament en voogden zijner kinderen, de uitgave van dit nog gedeeltelijk onafgedrukte Werk was opgedragen, voor hetzelve een' Brief aan den gemelden Heer m. temmink geplaatst, waarin hij, door eene schets van het karakter, de kundigheden en verdiensten van zijnen beminden en hooggeachten leermeester, deszelfs nagedachtenis op eene waardige wijze vereert. De schoonheid van stijl en de bescheidenheid bij zekere kiesche punten doen bijzonder eer aan de kunde en het karakter van den Heer sluiter.
Op dezen Brief volgt eene korte Voorrede, waarin de Heer sluiter kortelijk de aanleiding vermeldt, die deze Verhandeling heeft doen geboren worden en aan dezelve den titel van Lectiones Atticae gegeven heeft. Van het een en ander hebben wij, in het begin dezer Recencie, reeds gesproken. Voorts berigt de Heer sluiter, dat hij, behalve den brief aan den Heer temmink, den inhoud van eenige Hoofdstukken opgemaakt, en den afdruk van het laatste gedeelte der Verhandeling bezorgd heeft, er eindelijk met de zachtaardigste bescheidenheid bijvoegende, dat hij door zulk een pligtbewijs aan zijnen geliefden leermeester niet wil gerekend worden, iemand te hebben beleedigd, of zich in een' twist te hebben gemengd.
Deze Voorrede wordt gevolgd van eene uitvoerige inhoudsopgave der Verhandeling, waardoor het gemis van een Register achter zulk een zaakrijk Werk eenigzins, schoon niet volkomen, vergoed wordt.
De Verhandeling zelve is in twee Afdeelingen (Sectiones) verdeeld. In de eerste wordt aangetoond, dat, daar de fabel aangaande het dubbelde huwelijk van socrates op