Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1810

Bijdragen ter bevordering van huisselijk geluk. Naar het Hoogduitsch van C.C. Sturm, door W.G. Reddingius, Predikant te Dronrijp. Te Groningen, bij W. Zuidema. In gr. 8vo. 124 Bl.

Men erinnert zich de Bijdragen ter bevordering van eene verstandige opvoeding der Kinderen, naar het Hoogduitsch van g.j. petsche door den arbeidzamen reddingius in 't licht gegeven. Op soortgelijke wijze is nu door dezelfde hand ook dit Stukje, bevattende eene vrije navolging van eenige Predigt-entwurfe

[p. 448]

uber die Sonn- und Festtags Evangelien van den onder ons, sedert lang, met achting bekenden Hamburgschen Predikant sturm, vervaardigd. 't Oorspronkelijk werk van dezen Schrijver nu niet bij de hand hebbende, kunnen wij niet beöordeelen, in hoe verre wij den arbeid van dezen Eerw. Schrijver hier voor ons hebben. De Heer reddingius moet daarin al vrij wat veranderd hebben, dewijl hij zegt: ‘Ik heb deze Bijdragen, uit sturm's werk ontleend, nog minder woordelijk, dan die van petsche, overgebragt; hier en daar veel bij zijne gezegden gevoegd, om die nader uit te breiden, te ontwikkelen en te bevestigen; de stukken, door hem geleverd, ingerigt tot het bijzonder doel, de bevordering van huisselijk geluk, wanneer hij daarbij dit somtijds niet zoo bepaaldelijk beöogd had; en niet zelden zelfs heb ik de vrijheid genomen, iets van 's mans arbeid geheel om te werken, en dat wel voor de helft met mijne eigene gedachten te vermeerderen.’ Hoe 't daarmede zij, er zijn, in deze Bijdragen, vele goede gedachten, gepaste erinneringen en verstandige raadgevingen bijeenverzameld, die regt geschikt zijn, om godsdienstig gevoel op te wekken en te versterken, en daaraan, ter verkrijging en bevestiging van huisselijk geluk, de vereischte rigting te geven. Zij vooral, die niet gaarne uitvoerige schriften over godsdienstige onderwerpen lezen, zullen behagen scheppen in de beknoptheid, waarmede hier verscheidene allergewigtigste onderwerpen behandeld worden. Men vindt in deze Bijdragen niet minder dan dertien onderscheidene stukjes over verschillende onderwerpen. Er valt zeker over de meesten derzelven veel meer te zeggen; en dit is ook, in grootere werken over de Zedeleer, en, ten aanzien van onderscheidene bijzonderheden, in meer uitgewerkte Leerredenen en andere ter bevordering van werkdadig Christendom ingerigte schriften, overvloedig geschied. Elke bijdrage, intusschen, tot zoodanig voortreffelijk doel, waarmede dit werkje is vervaardigd, verdient dankbare aanbeveling. Wij wenschen hartelijk, dat het, in vele huisgezinnen, met de meeste vrucht gelezen, en de achtingwaardige Predikant van Dronrijp aangemoedigd worde, om meer dergelijke Bijdragen, zonder overhaasting evenwel, te leveren.