Zamenspraken over de Scheikunde, waarin de Grondbeginfelen dezer Wetenschap op eene eenvoudige wijze voorgedragen en met Proefnemingen opgehelderd worden. Naar de laatste Uitgaaf uit het Fransch vertaald door C. van Baalen, Medicinae Studiosus. Met Platen en Aanteekeningen. Iste Deel. Te Amsterdam, bij Immerzeel en Comp. 1810. In kl. 8vo. 466 Bl.
Eenvoudigheid en duidelijkheid zijn de kenmerken dezer Zamenspraken, welke hier acht in getal zijn, en tusschen eene Moeder en twee Dochters worden gehouden; zij hebben de algemeene grondbeginselen der Scheikunde in de eerste ten onderwerp; in de tweede en derde wordt over licht- en warmtestof, in de vierde over de eigenaardige verborgene en scheikundige warmte, in de vijfde over de zuur- en stikstof, in de zesde over de waterstof, in de zevende over de zwavel en den phosphorus, in de achtste over de koolstof gesproken. Zij worden voorts door acht Platen begeleid; den pyrometer, den thermometer, pictets toestel ter terugkaatsing der warmtestof, de luchtpomp, den toestel ter bereiding der zuurstoflucht, dien ter bereiding en opvanging der waterstoflucht, de opheffing van de zwavel, den eudiometer, de ontleding van het water door de koolstof, benevens den toestel ter overbrenging van luchtsoorten uit een ontvanger in eene blaas voorstellende, - en zijn voorzien van Aanteekeningen, gedeeltelijk van den oorspronkelijken Engelschen Schrijver, van den Franschen Overzetter en van den Hoogleeraar delarive, en eindelijk die van den Hollandschen Vertaler. - Waarom nu de Schrijver de sprekende personen, en vooral die persoon, welke onderwijs geeft, als meisjes en vrouw heeft doen voorkomen, begrijpt Rec. niet. Zal daardoor de belangstelling in de Zamenspraken kunnen vermeerderd worden? Of moet het liever als een wenk worden aangezien, dat zij, die eenmaal door huisselijke bekwaamheden en wezenlijke huishoudkennis het geluk des mans moet uitmaken, zich ook op de kennis der Scheikunde moet toeleggen? Waarlijk, om als eene Mevrouw B. over deze zoo uitgebreide wetenschap te kunnen redekavelen, daartoe behoort al vrij wat oefening; en wij zouden gelooven, dat, voor meisjes en vrouwen, de tijd, die daaraan noodwendig