Vertalings-proeven voor gevorderde Leerlingen in de Latijnsche Taal. Gedeeltelijk gevolgd naar het Hoogduitsch van F.W. Döring, door C.F. Nagel, Rector der Latijnsche Scholen te Thiel. IIde Deel. Korte Schets der Romeinsche Geschiedenis, van de stichting der Stad tot den ondergang des Westerschen Keizerrijks. Te Zutphen, bij H.C.A. Thieme. 1810. In gr. 8vo.
Met lof gewaagden wij, in den jare 1804, (No. V. bl. 210 en 211) van een Werkje, dat denzelfden Titel voerde, De bijvoeging op den Titel van tweede Deel en het Voorberigt overtuigen ons nu, dat zulks het eerste Deel geweest is, en dat dit tegenwoordige alzoo ten vervolge dient. Denzelfden lof zijn wij ook aan dit tweede Stuk verschuldigd, als zijnde op gelijke wijze behandeld, met de beste Latijnsche spreekwijzen onderaan voorzien, goed vertaald, en vooral belangrijk door de stoffe zelve, de gansche Romeinsche Geschiedenis, welke alhier, in 107 themata, beknoptelijk, doch naauwkeurig, wordt behandeld. Ook spelling en stijl zijn allezins voldoende. Slechts eene enkele keer wenschten wij een aangenomen Hollandsch woord voor het Latijnsche, zoo als op bladz. 90 en 91 Capitolium, in plaatse van Kapitool: hoe zeer wij anders de behouding der Latijnsche benamingen van Dictator, Consul, Tribunen enz. volkomen billijken, omdat zij, naar den aard der zaken, niet wel verduitscht kunnen worden. Met volle goedkeuring prijzen wij deze Proeven aan, zoo tot openbaar als huisselijk gebruik, aan allen, die, nadat zij de Latijnsche Schole verlieten, hunne oefeningen en vorderingen in die taal regelmatig willen voortzetten.
In No. L. Lett. bl. 139. reg. a. staat fohzeden, lees hofzeden.