d.i. dat de meest mogelijke volkomenheid, in allerlei opzigten, in Christus zou plaats hebben. - 't Geen vs. 20 vertaald wordt, De dingen, die op de aarde, en die in den hemel zijn, neemt bosveld liever dus, Zoo 't geen op de aarde, als 't geen in den hemel is, en verstaat dit van alle menschen, Joden en Heidenen, die, bij manier van spreken, op aarde en in den hemel zijn. - II:9. In Hem woont al de volheid der Godheid ligchamelijk, d.i. in al zijn handel en wandel was 't aan hem te zien, dat hij met goddelijke wijsheid, gaven en krachten vervuld was. [Zeer gedrongen, naar 't gevoel van den Rec. Er wordt toch niet van 't geen voorleden was, maar van 't tegenwoordige, gesproken.] - III:4. Uw leven is met Christus verborgen in God, d.i. uw leven, 't welk gij boven in den hemel te verwachten hebt, is met Christus geborgen, en in veiligheid gesteld, om met zekerheid voor u bewaard te worden. - vs. 17. Dankende God en den Vader, liever den God en Vader, welke bewoordingen dan 't Opperwezen in twee hoedanigheden voorstellen, te weten, als God, in zijne hoogheid, magt en algenoegzaamheid, en te gelijk als Vader, in zijne liefde, weldadigheid en ontferming. [Deze onderscheiding komt den Rec. in 't spraakgebruik van het N.V. niet gegrond voor. Men zette het liever over, God den Vader.] - IV:18. Gedenkt mijne banden. Mogelijk was dit eene vermaning tot ondersteuning in de groote kosten, welke Paulus te dragen stonden in die gevangenis, in eene eigen gehuurde woning, daar hij dag en nacht door een krijgsknecht bewaard werd.
In de Kritiek schijnt de geleerde Schrijver niet regt thuis te zijn, en geeft dat ook zelf, in zijne Aanteek. op H. I:2. en II:2, niet duister te kennen.