datgene, wat hij, na eigen overtuiging, voor Christelijke waarheid hield, en om zijne braafheid door de boosheid gelasterd en vervolgd, meer van nabij te kennen, moet gewisselijk voor de Remonstranten zelven eene zalige erinnering, voor alle vrienden van waarheid een dierbaar geschenk genoemd worden.
De Eerw. stolker neemt de aanleiding tot zijne stichtelijke Redevoering uit Hebr. XIII. vs. 7, en schetst arminius, als ijverig en gematigd Voorstander van hetgene hij voor goddelijke waarheid hield, die uit dezen hoofde zeer veel leeds verduren moest, en echter ten einde toe getrouw bleef aan derzelver belijdenis; voorts als Geleerden, inzonderheid als Godgeleerden, als Leeraar, als Mensch, en als Voorganger zijner Medechristenen. Tot het eerste gedeelte behoort, natuurlijkerwijze, de voordragt van 's Mans levensgeschiedenis, welke, voor geen uittreksel vatbaar, zelve moet worden gelezen. Zij is allezins getrouw, en wordt nog in een Naschrift gestaafd met eenige uitdrukkelijke aanhalingen en bewijzen, ter wederlegginge der zoodanigen, die den eerwaardigen Man op allerlei wijzen hebben gepoogd te schandvlekken: welke wederlegging in de Leerrede zelve geenszins voegde.
Hoe zeer nu het leven van den grooten arminius meermalen, en bijzonderlijk door c. brandt, is beschreven, heeft echter deze Gedachtenis dit bijzondere voordeel, dat zij een geheel overzigt geeft van 's Mans werkzaamheden ten opzigte der godsdienstige vrijheid, het hoogste geschenk voor den mensch, als redelijk wezen, en alzoo het verband aanwijst, waarin de gevoelens des grooten Mans staan met de Broederschap der Remonstranten, zonder dat daaruit eenigzins volgt of volgen kan, dat juist de godgegeleerde begrippen van arminius ook die der Remonstranten geweest zijn, nog zijn, of behooren te wezen. Ook deze dwaling, ofschoon reeds dikwerf en openlijk wederlegd, wordt bij deze gelegenheid op nieuw wedersproken, en zulks is alzoo belangrijk voor hun, die, hetzij ter goeder trouw, door verkeerde onderrigting van anderen, mistasten, als voornamelijk voor de zoodanigen, die - tot welk oogmerk, mogen zij zelve oordeelen, - deze opzettelijke misvatting nog bij voortduring verspreiden.