goeddunkt, ontwikkelt: dan is zeker niets gemakkelijker, dan het houden van zulke Leerredenen; maar de teksten zelve worden, op deze wijze, noch verklaard noch in hare vruchtbaarheid aangewend; men draagt zoo niet zoo zeer, hetgene eigen aan dezelve is, als wel iets vreemds voor, hetgene men daarmede verbindt. Mijne poging was daarentegen, om geen gedeelte van den tekst, waarover ik prediken moest, ledig te laten liggen, maar, zoo veel het in eene korte redevoering mogelijk was, alles, wat dezelve bevattede, op te helderen en aan te wenden. Op deze wijze werden de meeste Leerredenen, welke men hier vindt, algemeen bevattelijke, voor de stichting berekende Bijbelverklaringen, en ontvingen als 't ware van zelve de gedaante van Homiliën. Deze Homiliën zijn echter, gelijk een ieder bij het eerste inzien terstond ontdekken zal, geene opeenstapeling van menigerlei in geen naauw verband staande gedachten; overal is een leidend hoofddenkbeeld ten grondslag gelegd, waaronder alles gerangschikt wordt, en waardoor het geheel zamenhang en orde erlangt. Zekerlijk is de behandeling van deze teksten daardoor zwaarder geworden, dan men wel zou denken, wanneer men het zell niet beproefd heeft; mogten slechts de oogmerken, welke ik daarbij had, - waarlijk bereikt worden!’ Men vindt derhalve in deze Leerredenen meer Bijbelverklaringen, dan in de andere tot hiertoe uitgegevene, waarin doorgaans de tekst niet zoo zeer opzettelijk verklaard, als wel de eene of andere daarin voorkomende waarheid van eenen leerstelligen of zedelijken aard behandeld wordt. Jammer evenwel, dat die tekstverklaringen, ook in deze nieuwe Leerredenen, veelal zoo kort en schraal zijn. Doorgaans is wel van 't een en ander, dat in den tekst, wel uitgelegd zijnde, ligt, verstandig gebruik gemaakt; doch veel meer, waarvan tot gemeennuttig onderwijs partij kon getrokken zijn, voorbijgegaan, en dat wel, zoo 't ons
toeschijnt, om des te meer eenheid in de behandeling te hebben: 't geen men echter bij zoodanige soort van Leerredenen, die de gedaante van Homiliën zouden hebben, onnoodig zou kunnen rekenen.
Zie hier eene korte opgave van de behandelde onderwerpen in de elf Leerredenen, welke dit eerste Stuk bevat, waarop nog drie van dezelfde grootte zullen volgen: 1. Op Nieuwjaarsdag, Gal. III:23-29. Hoe gelukkig het nieuwe jaar voor ons zijn zal, indien wij het-