hare zaak te zien dienen, en door zijne bijna tachtig-jarige hand met juistheid, met zwier en met zuiverheid eene schets te zien ontwerpen van de voordeelen, die de maatschappij onophoudelijk heeft getrokken van den Koophandel, en van de beweegredenen, welke zij heeft dien te beschermen!’
Dit is het oordeel, hetwelk een achtenswaardig en bevoegd Regter, de beroemde villers, velt over het aangekondigde boekje en diens Schrijver. En, inderdaad, het stukje is op eene aangename en bevattelijke wijze geschreven, kort en zaakrijk, bondig en onderhoudend, niet overladen met geleerde aanhalingen, niet ontbloot van zwier en bevalligheid. De geschiedenis des Koophandels wordt er beknoptelijk in voorgedragen van de vroegste tijden af. Deszelfs opkomst, voortgang, weldadige invloed op den voorspoed en bloei van Volken en Maatschappijen, op de verzachting en beschaving van zeden en gewoonten, op de uitbreiding van denkbeelden en verspreiding van licht en kennis, worden er in aangewezen; en wij twijfelen niet, of de ware Hollander zal het met genoegen lezen.