J. huysinga, Verklaringe van 't Ev. van Matth., Amst. en Utr. 1739. 3 D. bl. 649, teekent bij dit vers aan: ‘Van een andere Rang, met een ander woord en bevel.’ - P. doddridge, in den Huisuitlegger des N.T. Amst. 1771. 2 D. 3 St. bl. 908, omschreef deze woorden: ‘meerder in getal en van hooger rang en bediening dan de eerste.’
Met opzet schreef ik, dat sommigen niet geheel vreemd waren van de gedachte, welke door goedkoop is voorgesreld; vitringa toch laat er in de aangehaalde plaats op volgen: ‘De discipelen van Johannes zyn meer (in getal) geweest, dan de eerste.’ Huysinga voegt er bij: ‘en meerdere dan de vorige, te weten Joannes den Doper, en zijne, gelijk ook Christi discipelen,’ enz. Dit, bij van een anderen rang gevoegd, doet aan het getal en niet zoo zeer aan waardigheid denken. Doddridge schreef met ronde woorden: ‘meerder in getal.’
De Ouden kwamen dan niet verder, en lieten het bij dien wenk, of zij vereenigden veeleer den rang met het getal; de nieuwere Schriftverklaarders behielden doorgaans het getal, en gaven aan hetzelve boven de waardigheid den voorrang. Van vloten geeft: ‘hij zond een grooter getal van bedienden.’ Van hamelsveld en stronck, gene in zijne Overzetting, deze in de Geschiedenis van Jezus naar de 4 Evang., lezen: in meerder aantal, meer in getale. En in zoo verre is de gedachte van den Weleerw. goedkoop, zoo als hij die voorgesteld heeft, nieuw, eenvoudig schoon, en, blijkens de Geschiedenis, volkomen waar.