Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1809

Iets over het middelschot van groote of walnoten.

[Medegedeeld.]

De ondervinding heeft reeds in vroegere jaren geleerd, dat het Middelschot van groote of Walnoten, gedroogd, tot poeder gemaakt, en daarvan, 's morgens en 's avonds, telkens een vierde loods, met water of iets anders, ingenomen, en te gelijk uitwendig, op de wonden, even als de Kina, geappliceerd, in gevallen, bij welke de Kina geen het minste effect deed, het Koudvuur in korten tijd stuitede en vervolgens genas. - Nog onlangs heeft men, om de moeijelijke pulverisering te ontgaan, van een once Middelschot, in water gekookt tot acht oncen vochts, en daarvan, met bijvoe-

[p. 606]

ging van twee oncen azijnhonig, ieder uur een lepelvol ingenomen, vergezeld van de applicatie van het vocht op de wonden, hetzelfde effect ondervonden. Hieruit schijnt men te moeten besluiten, dat zoodanig Middelschot, boven de Kina, eene verderfwerende kracht bezit, en dus mogelijk, in de gedurig heerschende Rotkoortsen gebruikt wordende, ook van een gewenscht succes zou kunnen zijn; hetwelk, plaatshebbende, niet alleen tot besparing van de dure Kina, maar ook tot eer en roem van ons Koningrijk, in hetwelk dit Middel zoo ruim voorhanden is, zou kunnen strekken. Dan, dit te betoogen, is mijn vak niet. Echter heb ik (daar het mij toeschijnt, dat dit Middel niet genoeg bekend is, veel min aangewend wordt, en nogtans, naar mijne gedachten, eene bijzondere opmerking verdient) niet kunnen nalaten, deze bevinding en bedenking openlijk mede te deelen, en der aandacht van Artsenijkundigen aan te bevelen, of het eenigzins tot heil der lijdenden zou kunnen dienen.