Dr. Sacheverel, dr. Swift en lord Bolingbroke.
Dr. sacheverel, uit hoofde eener gedane Leerrede voor den Lord-Major, in Slagtmaand des jaars 1709 gehouden, beschuldigd, was schuldig bevonden en veroordeeld tot drie jaren zwijgens, terwijl de Beul de Redevoering openlijk verbrandde. Toen dit voorbij was, sloeg het Ministerie weinig achts op den als oproerig veroordeelden Prediker. Dan eerlang het Rectoraat van St. Andrews Holborn openvallende, schikte sacheverel zich onder de mededingers naar die plaats. Men floeg geen acht op zijn aanzoek. Hij schreef daarop aan Dr. swift, dien hij slechts van verre kende, met verzoek dat hij hem in deze zaak zou helpen, niet nalatende daarin te mengen, hoe veel hij geleden had voor de goede zaak. - Dr. Swift vertoonde terstond den Brief aan Lord bolingbroke, toen Secretaris van Staat. Deze voer sterk uit tegen sacheverel, noemde hem een woelziek man, een oproerstichter, die in het geheele Rijk een' brand ontstoken had, welke niet kon gebluscht worden, en uit dien hoofde veeleer strenge berisping dan belooning verdiende.
Dr. swift antwoordde daarop: ‘Mylord! gij hebt gelijk; doch sta mij toe, eene korte historie te vertellen. In een Zeeslag onder de Regering van karel den II viel er een hevig treffen voor tusschen de Engelsche en Hollandsche Vloten. In de bitte des gevechts werd een Schotsch Matroos door eene Luis sterk in den nek gebeten; hij vatte dezelve, en toen hij bukte, om het diertje te dooden, werd, door een kettingkogel des vijands, een en ander van zijne maats, die met hem aan het zelfde stuk waren, deerlijk weggeslagen. Hierop kreeg hij deernis met de Luis, en zette haar weder op zijn kop, zich uit dankbaarheid verpligt oordeelende, dezelve te laten leven.’
Deze vertelling deed Lord bolingbroke in eene hevige vlaag van lagchen uitbarsten. Deze over zijnde, zeide hij: ‘De Luis zal de standplaats hebben, om uwe vertelling!’ - Korten tijd daarna werd dezelve aan sacheverel opgedragen.