Kloekzinnigheid van den heere De Malseigne.
De Generaal de malseigne, bekend door trekken van krijgshaftige koelbloedigheid en vernuft, bevond zich, in het begin der Omwentelinge, op zijn Landgoed in Franche-Comté. Verwittigd dat zijne Boeren zijn Gestoelte in de Kerk wilden omverre halen, begaf hij zich naar de groote Mis, en zag de gisting, die reeds tot bedreigingen oversloeg. Hij hield zich stil, tot op het oogenblik der opheffing van het Hoogwaardige. Thans rees hij op, blikte om zich heen, en, zijne sabel trekkende, riep hij met eene sterke stemme: ‘Vergeving, ô God! voor al het bloed, welk ik ga storten!’ Op deze woorden, op deze daad van den Man van zes voeten (want die lengte had hem dien bijnaam verworven) vlugtte alwat rondom hem was ter Kerke uit, en hij werd, om zoo te spreken, alleen gelaten.