Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1809

De wél betaald gezette schout.
Eene Anekdote.

In een Dorp in een der Departementen van Frankrijk werd de goede Gemeente (gelijk vóór de Omwenteling aldaar niet zelden het geval was) geplaagd van een' knevelachtigen Schout, wiens schraapzucht alleen konde geëvenaard worden door zijne ongevoeligheid. Alle de gewone en buitengewone middelen van afpersing waren in werking, en werden met de onverbiddelijkste gestrengheid gehandhaafd. Dan, de Gierigheid is vindingrijk, en steeds op nieuwe onregtvaardigheid bedacht. Zoo kwam deze Schout eindelijk op den inval, om eene geheel bijzondere jaarlijksche belasting te heffen van het neringof winkeldoend gedeelte zijner verarmde Dorpelingen. Hoe juichte reeds zijne schraapzucht zijner schranderheid toe! Van elk Uithangbord werd, in naam der H. Justitie, op staanden voet, een duchtig Patent geheven. Wanneer de Handhaver des Regts eene onregtvaardigheid begaat, wordt hij dubbel strafwaardig, daar hij, als 't ware, de Geregtigheid zelve bezoedelt, en tegen de Menschheid zich vergrijpt. - Zuchtende haalde nu wel menig oud en onvermogend moedertje haar wel schier onkenbaar geworden, maar juist daardoor voor verre klanten te kenbaarder bordje in; maar vele anderen, de kracht der gewoonte en des vooroordeels kennende, of wel zelve onder derzelver invloed staande, duchtten verloop des bedrijfs, en voldeden des, al morrende of zuchtende, alweder aan dezen onredelijken eisch. Een Schilder, evenwel, van een' luimigen geest, gelijk vele lieden van zijn beroep, werd dermate door deze nieuwe kne-

[p. 271]

velarij tot wraak gepord, dat hij, in de hitte des toorns, zijn Uithangbord afnam, fluks weder ophing, en der gapende menigte deze woorden lezen deed: Au borgne qui prend; waarboven de maar al te kenbare eenoogige Schout geschilderd stond, de gevorderde Belasting ontvangende van den Schilder zelven. 's Mans satyrieke geest had daarenboven de koddigste karrikatuur van eenen Vrek voor elken bewoner aanschouwelijk gemaakt in het beeld van zijnen Schout. Woedende om dezen hoon, en geenen steun kunnende vinden bij de Leden der Dorpsregeringe, begaf zich Deze, door drift verblind, ijllings naar het naburige Distrikts-geregt; dan tot zijne schade en beschaming: want, onder eene gevoelige correctie, werd hem bevolen, onmiddellijk dezen drukkenden Ophef weder in te trekken; den Schilder tevens, ook zijn Uithangbord te veranderen. Gehoorzaam aan dit hoog bevel, nam de snaaksche Vent hetzelve af, maar hing het aanstonds weder op .... dezelfde schilderij! - alleen het geld was nu weder in des Schilders handen overgegaan, slechts ééne letter uitgewischt, en men las: Au borgne qui rend! -