Anekdote van den kardinaal De Richelieu.
De volgende bijzonderheid wegens den Kardinaal de richelieu, in de Gedenkschriften, hem betreffende, niet voorhanden, kan een denkbeeld geven van het ontzag, waarin hij de zulken wist te houden, over welke hij iets te zeggen had.
Gedurende zijn verblijf te Rueil had hij de gewoonte, om bestendig op het middaguur de Mis te vieren; niets anders, dan zaken van de dringendste aangelegenheid, was in staat om hierin verandering te maken. Op zekeren dag wachtte, naar gewoonte, een Kapucijner Monnik, dat de klok luidde om hem ter volvoeringe van zijnen post te roepen. De klok slaat twaalf. Eenige Hovelingen, bezig met het te lijve slaan van eene lekkere pastei, vermaakten zich met den goeden Geestelijke uit te noodigen om deel te nemen aan het ontbijt, voor hun gereed gemaakt. Zediglijk verontschuldigde zich de Monnik. Intusschen slaat het kwartier, en welhaast half een; van nieuws wordt de noodiging herhaald. De goede Geestelijke begint te gelooven, dat zijne Eminentie de Mis niet zal hooren, en is ongelukkig genoeg om onder de uitnoodiging te bezwijken; hij waagt het, den vleugel van een patrijs, hem voorgelegd, aan te nemen.
Naauwelijks heeft hij den lekkeren brok georberd, of de verwenschte klok laat zich hooren. Ontsteld van zijne on-