mogelijk, dat hij oogenblikkelijk de Konstbewerking aanried, schoon het ongeval nog maar acht uren had geduurd. Doch, door den tegenstand van anderen, moest zulks tot den volgenden morgen worden uitgesteld.
Op dien tijd vond de Waarnemer alles zoodanig verergerd, dat hij de Konstbewerking met zeer weinig hoop op een goed gevolg ondernam. Zeer voorzigtig sneed hij de huid open, onder welke hij eene aanmerkelijke hoeveelheid bloeds bevond, aldaar uitgestort door de vuistslagen, met welke de Lijder zichzelven had mishandeld. Na het wegnemen van hetzelve, opende hij den breukzak, en vond een aanmerkelijk stuk darm vooraan in de breuk, en daar achter een groot stuk net; zijnde de darm reeds bruinrood, zonder echter zijne natuurlijke vastheid verloren te hebben. Met eene bistouri, welke hij, op eene sonde, binnenbragt, sneed hij den buikring voldoende open, maar was, desniettegenstaande, niet in staat, om het gedarmte binnen te brengen. Straks dacht de Konstbewerker aan eene inwendige beklemming, en ontdekte, door zijn' vinger zoo hoog als mogelijk in te brengen, eene plooi van het buikvlies, die zulks te wege bragt. Om dezen tegenstand te overwinnen, bragt hij, bij gebrek aan een verborgen breukmesje, op zijn' vinger, een stomppuntig snijmesje in de hoogte, en sneed dus den tegenstand door, waarna het gedarmte gemakkelijk werd binnengebragt; doch het net liet hij buiten blijven, en lag op de wonde een enkelvoudig verband aan.
Straks na de Konstbewerking liet de Waarnemer eene zacht purgerende klisteer zetten, en bekwam daardoor twee ruime ontlastingen, die, ten volgenden dage, door een zacht laxeermiddel, van drie nieuwe ontlastingen werden gevolgd, welke groote verligting gaven en den buik deden slinken. Doch de vuistslagen hadden een uitwendig heet vuur ten gevolge, hetwelk het geheele balzakje vernielde, zoodat de ballen, na het afvallen der korsten, bloot lagen. Het nog niet afgevallen, doch geheel ontaarde, net werd, op den vijftienden dag, afgebonden, en, op den achttienden, scheidde het zich af; terwijl er ook nog eene etterverzameling tegen het darmbeen ontstond, die eerlang werd geopend. Van dien tijd af schikte zich alles tot genezing, schoon langzaam, van wege de geweldige kneuzing, door het slaan op de breuk veroorzaakt, waardoor