meer van Wallenstadt en de bergen, die dit Canton van dat van Schweitz afscheiden. In den zomer, 't is waar, kunnen de reizigers de Alpen overtrekken naar de Grisons aan de eene en naar Uri aan de andere zijde, doch in den winter zijn deze wegen geheel onbruikbaar. - Aan den bovengemelden ingang reikt het Canton van de oevers van de Linth, en haalt, tot het verste uiterste zijner Alpen, omtrent dertig mijlen, vormende eene vallei, die bij het voortgaan in dezelve naauwer en naauwer wordt, en naauwelijks meer dan een snaphaanschot bij de Stad Glarus breed is. Allengskens verbreedt dezelve, en op eene mijl afstands van de laatstgemelde Stad wordt zij verdeeld door de bergen van Freyberg; de twee rivieren, de Linth en de Sermst, vereenigen zich in het punt dezer afdeelinge.
De grootste dezer valleijen, schoon vrij naauw, is verbazend volkrijk. Het vertoon, 't welk dezelve oplevert, is in denzelfden smaak als de schoone en romaneske ligging van Matlock in Derbyshire, doch oneindig schilderachtiger, wilder, grootscher en voller van verscheidenheden. De rivier Linth is veel breeder en sneller van loop dan de Derwent, en de heuvels van de Peak aldaar zijn, als 't ware, molshoopen, bij de Alpen van Glarus vergeleken. De verbazende rotsketens zijn volstrekt regtstandig, naderen elkander van zoo nabij en zijn zoo hoog, dat men mag zeggen, dat de zon aldaar, in 't best van den zomer, 's namiddags ten vier ure ondergaat.
Onder de veelvuldige schilderachtige schoonheden in dit Canton zijn verscheidene heerlijke watervallen. Eene inzonderheid, nabij het dorp Ruti, stort neder bij de steile zijden van een' berg, uit het midden van een hangend bosch boomen. - Nabij Lengelbach wordt eene aanmerkelijke rivier gevormd door twee stroomen, ten grond uitbarstende aan den voet van eenen berg, welke op den afstand van eenige schreden in de Linth valt en zich daarmede vereenigt: behalve deze twee groote takken, storten er verscheidene kleinere stroomen en ontelbare kleine fonteinen van de rots. De helderheid der stroomen, derzelver snelvlietendheid en gemurmel, de boomen, die over de plaats, waar zij ontspringen, hangen, de ruwe rotsen daar boven, de rijke velden en de verstrooide boerenwoningen, vormen te gader eene verzameling van de levendigste en aan-