Almanach der Musen en Gratiën, aan Vriendschap, Liefde en Kunst gewijd. 1810. Amsterdam, bij E. Maaskamp.
Wat het Brood voor het dierlijke leven is, mag een Almanach, nagenoeg, voor het gezellige bestaan heeten. De Man toch geeft, bij het St. Nikolaas-feest, of bij het Nieuwe Jaar, dit Geschenk aan zijne Echtgenoote, de Minnaar aan zijn Meisje, de Vader aan zijne Kinders, en ook de denkende Man zelf wil gaarne, in een ledig oogenblik, een Boeksken, waarin hij verpoost. Voor eenige jaren hadden wij zulk een Geschenk, onder den titel: ernst en boert. Deze Almanach mogt vrijelijk tegen alle anderen, zoo binnen als buiten 's lands, monsteren; doch dezelve had één gebrek, namelijk, dat hij wat al te gèleerd was. Het schijnt ons toe, dat de alhier aangekondigde dat gebrek poogt te vermijden. Deszelfs inhoud voldoet zeer wel aan den titel. Groot is de verscheidenheid der kunst, alhier gehuldigd. De Plaatjens zijn meestal wel geteekend, en door den kundigen van senus bevallig geëtst. Even verscheiden is de inhoud, in onrijm en dichtmaat. Er is niets in, dat laf is of de zeden kwetst, en de onderwerpen zijn nu eens ernstig, dan boertig, dan zelfs minnekozende, doch altijd zedig. De Rhapsodiën, Zedelijke Grondregels en Anecdoten, zijn wel gekozen. Eén stukje, getiteld: Geheime Raad aan de Sekse, om de Mannen te overheeren, komt den Recensent, die zich in den volsten zin Man gevoelt, zeer onstaatkundig en kettersch voor: laten de hij zulks, hetzij als ernst of boert beschouwd, voor rekening van den onvoorzigtigen Schrijver, omdat het waarlijk, indien eens de Vrouwtjes zijnen raad volgden, eene geduchte omwenteling in het rijk der zeden zoude kunnen veroorzaken. De Tijdwijzer, voor zoo ver wij dien hebben kunnen vergelijken, is naauwkeurig, en pronkt vooral, hetgeen onze volle goedkeuring in den tegenwoordigen tijd wegdraagt, met eene breede lijst der Heiligen, welken zich ieder, naar tijd,
lust en smaak, ter navolginge kan voorstellen. In één woord, wij verheugen ons in dit Jaargeschenk, welks inhoud niet onbelangrijk, vrij kunstmatig, en zoodanig verscherden en zedig is, dat Elmire aan hare kaptafel, Mercator uitrustende van zijn kantoor. Severus in zijn' tabbaard, Calculator na zijne berekening van plus en minus, Do. Heftig nadat hij uit den Catechist gebazuind heeft, Mevrouw Devota na hare oefening, en vooral onze Gelieven, Ernestus en Wilhelmina, wanneer zij in een vertrouwelijk tête a tête zijn, het zeer veilig in handen kunnen nemen. Bijzonderlijk behaagt ons de Uitnoodiging aan alle Hollandsche Kunstenaars in het beeldende Vak, om ook hunne bijdragen ter voltooijinge van dezen arbeid te leveren. Wij wenschen, dat zulks niet te vergeefs zal gevraagd zijn.