vormde Kerk te Bremen en elders in Duitschland, altijd een half uur besteed worden tot het houden van kleine voordragten, redevoeringen of voorlezingen over onderwerpen uit de exegese, pastoraal-theologie, kerkelijke geschiedenis, kerkelijk regt en statistiek, liturgiek, pedagogiek, dogmengeschiedenis, godsdienstleer, wijsgeerte, bijbelsche critiek, en aanverwante theologische wetenschappen. 3. Daarna moest men, gelijk ook in Duitschland bij de gemelde en andere Kerken in zwang is, overgaan tot het opnemen van voorstellen en aanvragen, welke door een der leden, tot bevordering der algemeene stichting, of tot eigene en onderlinge inlichting, moesten kunnen gedaan worden, om door den Voorzitter kortelijk beantwoord, in omvrage gebragt of commissoriaal gemaakt te worden. 4. Men zou, ook al op 't voorbeeld van de Brunswijk-Wolfenbuttelsche en andere buitenlandsche Kerken, jaarlijks eene opgave van prijsvragen kunnen
bepalen, uit den omvang der theologische wetenschappen, of uit den kring der ambtsbezigheden van Volksleeraars, gekoren, en in de Latijnsche taal opgesteld, waaruit dan op elke Deputaten - classis eene vraag diende genomen te worden, om dezelve ter beantwoording tegen 't volgende jaar, in de Nederduitsche of Latijnsche taal, den leden van de Classis voor te stellen. De antwoorden behoorden aan twee Theologische Professoren aan de Groninger Universiteit, of, bij ontstentenis van dien, aan twee der kundige Leeraren uit naburige Classen, ter beoordeeling overgegeven en daarna de uitslag aan de Vergadering medegedeeld te worden. 5. Er moest ook een algemeen theologisch leesgezelschap aangelegd worden, waardoor aan elk lid gelegenheid gegeven werd, om zich meer en meer te bekwamen. 6. En eindelijk zou 't groote nuttigheid hebben, dat er van tijd tot tijd vaste zamenkomsten plaats hadden, waarin men elkander, in kleine vriendschappelijke kringen, steeds trachtte voor te lichten, en alzoo de algemeene zedelijke en wetenschappelijke vorming en beschaving meer en meer te bevorderen. - Hoe wenschelijk ware het, dat de meeste in dit Stukje opgeworpene gedachten, indien dezelve al geen algemeenen bijval mogten vinden, ten minste ginds en elders ter harte genomen wierden!