Hieronymi de Bosch Poëmatum Appendix. Ultrajecti, e typographiâ B. Wild et J. Altheer. 1809. 4to. form. maj.
Een schatbare Bundel van Latijnsche Gedichten, tot aanhangsel op den vorigen, door den zelfden Dichter uitgegeven. Zij zijn meestal in de laatste vijf jaren, van 1804 tot en met 1808, vervaardigd, bij onderscheidene gelegenheden van vrolijken, ernstigen en treurigen aard, waaronder dat aan den Heer m. stuart, bij het overlijden van deszelfs Echtgenoote, inderdaad uitmunt, van wege de voortreffelijke beschrijvingen en wendingen, welke, ondanks het duizendmalen bezongene onderwerp, nograns zekere nieuwheid behouden. Ook het vers aan den Hoogl. van der eyk, over het vermogen en de werking der Liefde, en dat aan den Heer willink, op deszelfs Merrie-paard, onder den naam van den Arend bekend, dragen alle merkteekenen van dat jeugdige vuur, waarin wij zoo gaarne zien dat de grijsaard verjongt:
Id quoque nunc recreat pectus et ora senis.
Een enkel Gezang, uit Longinus, een Bijschrift, uit eene nog onuitgegevene Grieksche dichtverzameling overgenomen, en een aantal andere Bijschriften, in eene Latijnsche versmaat overgebragt, vermeerderen de waarde dezes Aanhangsels, hetgeen nog verrijkt is met een elftal Lofverzen van des Dichters Vrienden, ter gelegenheid van deze uitgave, of op deszelfs beeldtenis vervaardigd, en waaronder het Grieksche van den Heer seifen, van wege der zoetvloeijendheid, geene geringe plaats bekleedt.