Historie van de Waag te Amsterdam. Door A. Fokke, Simonsz. Met Platen, Te Amsterdam, bij H. Gartman. In gr. 8vo. 86 Bl.
Historie van de Waag, weleer gestaan hebbende op den Dam te Amsterdam; zoo luidt de meer bepaaldelijk aanwijzende Titel, ter plaatse alwaar de Heer fokke zijne Historie aanvangt. Amsterdammers weten 's Mans bedoeling; voor elders wonenden blijft dezelve raadselachtig, inzonderheid wanneer zij weten, dat binnen Amsterdam meer dan één Waaggebouw wordt gevonden. Het is bekend, hoe, op bevel des Konings van Holland, de Waag, die weleer op den Dam, voor het voormalig Stadshuis, tegenwoordig Koninklijk Paleis, stond, van stadswege verkocht zijnde, is afgebroken. De Heer fokke, in aanmerking nemende, dat niets de geheugenis eener voorbijgegane zaak of daad meer en levendiger bewaart, dan de Druk- en Graveerkunst, oordeelde het niet onnut, alwat tot de Historie der thans geheel gesloopte Waag, weleer een van de hoofdgebouwen der Stad, en als zoodanig, door elk Stads Geschiedschrijver, ten maatstaf van den bloei, den stilstand of het verval des Koophandels aangemerkt, betrekking heeft, met een Letter-Monument aan den nazaat te herinneren, en daardoor deszelfs geheele uitwissching uit het geheugen der Stedelingen, die er altijd veel belang in plegen te stellen, te verhoeden.
Zoodra de Koophandel van Amsterdam eenigen opgang begon te maken, was men op het stichten van eene Waag bedacht, hetwelk reeds omtrent het midden der Veertiende Eeuwe moet geschied zijn. Het eerste Waaggebouw stond nagenoeg ter plaatse, alwaar thans de Nieuwendijk begint. Boven het eigenlijke weeghuis waren sommige ruime vertrekken, en een onder dezelve, hetwelk door de Rhetorijkers gebruikt werd. Deze Waag deels te klein, deels te oud wordende, om den toenemenden koophandel der Stad te kunnen gerijven, besloot de Vroedschap, in den jare 1561, eene nieuwe Waag te stichten, een weinig meer zuidelijk dan de eerste, op den Dam. Het liep aan tot in den jare 1566, eer het gebouw geheel voltooid was. Dit gebouw bleef in zijne eerste gedaante tot in den jare 1775, toen men aan hetzelve eenige verzakking