geschiedenis nimmer zoo veel groots te gelijk in éénen Man, zoo veel getrouwheid, liefde en deugd, in drie Personen tevens, heeft overgeleverd. Ik erken gaarne (zoo vervolgt hij) de meeste huisselijke deugden - en waren die dezer twee Vrouwen wel andere? - worden in stilte beoefend, zonder dat hare overgroote waarde naar buiten kenbaar is, en daarom zelden eenen lofdichter vindt, noch ook behoeft: het zal dus zeer wel mogelijk zijn, dat in de nederigste hut weleer nog veel hoogere waardij van zedelijken aard verscholen was, en nog dagelijks verschuilt, welke de groote hoop, aan zinnelijkheid geboeid, over het hoofd ziet, ofschoon hij die al mogt kunnen bemerken, en die door den Wijsgeer alleen erkend wordt; maar hier toch is het gansche bedrijf eenvoudig schoon, zonder eenig oogmerk om te schitteren; het is alhier Vrouwen-schranderheid en moed, die, eenmaal met nadruk werkzaam, aan den beroemdsten held niets toegeven; het is hier de mannelijke kracht van eenen staatspersoon, die zijne eerlooze regters, met gevaar van zijn leven, voor het oog der gansche wereld, ten toon stelt, zoo als de heiligheid van het regt, door de boosheid gekrenkt, inderdaad verdient, doch helaas! slechts zeer zelden ondervindt; het is de beproefde trouw eener vrouwelijke Dienstbode, welke in deze omstandigheden meer geldt, dan alle de beloften, het overleg en de voorzigtigheid dier hooge Staatspersonen, die, alleen om zich zelven te dekken, liever vriendschap en vaderland vergeten; het is de moed van een burgerlijk Huisgezin, dat, in het aangezigt der Dwingelandij, den Man uit zijne boeijen slaken, heimelijk ontvangen, en zich openlijk durft mengen in zijne verdere ontvoering: het is dus, van nabij beschouwd, de standvastige deugd, welke alhier den schilder eene heilige Familie levert, waarbij maria's en salome's, met verguizinge van alle de bloedplakaten des Sanhedrins, alleenlijk de beslissing van het regt sprekend hart
volgen, en de onschuld ook bij het schavot huldigen.’
Hoe veel nuttiger zijn de Reisverhalen, welke met zulke en soortgelijke aanmerkingen zijn doormengd, dan de zoodanige, welke niets dan een dor verhaal van steden, gebouwen enz. behelzen!
De Afbeeldingen zijn, over het geheel genomen, vrij wel uitgevoerd. In het Gezigt op de Stad Dardrecht, met een Houtvlot, wenschten wij, dat zulk een vlot,