doorgebragten Lijdensdag. Avondgedachten. - No. II. ontbreekt, of de volgende Afdeelingen zijn verkeerd genommerd. - III. Het Gebed des Heeren voor Kranken. IV, Over het eerste en laatste Artikel der oudste Geloofsbelijdenis. V. Het Evangelie voor Kranken, of Troostwoorden uit Jezus mond. VI Overdenkingen voor Kranken uit voorbeelden en gebeurtenissen ter leering en versterking afgeleid. Abraham, Jozef, David, Hiskia, Johannes de Dooper, Jezus, enz. enz. VII. De allertroostelijkste Geschiedenis voor doodelijk Kranken, of de Geschiedenis der Opwekking van Lazarus. VIII. Bemoedigingen des Godvruchtigen bij zijn naderend einde, die de lengte van zijn leven, het oogenb 'ik van sterven, en de wijze van zijn heengaan toe God betreffen. IX. Over de vereeniging van onzen wil met den wil van God. X. In de laatste dagen der krankheid. XI, Stervenden tot voorbeelden voor alle Levenden. Simeon, Jezus, Stephanus. XII. Op den Sterfdag.
Tot eene proeve strekke het volgende:
‘In uren van lijden. - Voor al het lijden, dat door mij, op mijnen ganschen levensweg, tot op dit oogenblik toe werd gedragen, zij U, o mijn Vader! mijnen eerbiedigen en ootmoedigen dank toegebragt! - Het lijden, mij door U toegezonden, leerde mij, wat mij geen sterveling, wat mij geene vreugd noch blijdschap had kunnen leeren; leerde mij, o mijn Vader! mijne tallooze zwakheden en gebreken kennen; het leerde mij aan iet beters, dan hetgeen deze aarde heeft, of geven kan, gelooven, en naar dat betere streven. Mijne hoop, mijn vurigst verlangen strekt zich naar dat betere steeds uit, en zal zich naar hetzelve zoo lang blijven uitstrekken, tot dat het eens, door uwe genade, mijne bezitting, mijne zalige bezitting worden zal! - Dank dan, Vader! dank zij U voor het lijden, dat Gij mij hebt toegezonden!’
‘Bij een donk, en beangst vooruitzigt van den dood. - God is Vader! - en Hij, die Vader is, kan zijn kind, dat het doen van zijnen wil bemint, niet verdoemen. - Jezus is voor mij gestorven - en Hij, die zich voor mij overgaf tot in den dood, Hij kan zijnen Broeder, die zijn vertrouwen op Hem stelt, die in zijne voetstappen treedt, niet verdoemen. - Den dood, de hel en den duivel heeft Jezus aan zich onderworpen. - Zou ik dan voor dezelve beven? -