het een en ander over het gebruik van formuliergebeden, en andere daarmede verbondene onderwerpen, ontleend uit de Voorredenen, welke de Schrijvers bij hunne gebeden gevoegd hadden. Tot geruststelling van eenvoudigen, die meermalen afgeschrikt werden van het gebruik van een of ander Gebedenboek, omdat zij daarin wel eens iets voorgedragen vonden, dat van de aangenomene leerbegrippen geoordeeld werd af te wijken, wordt nog gemeld, dat dit Gebedenboek met de Kerkelijke goedkeuring te voorschijn treedt. Intusschen erkent de Uitgever de waarde van andere Gebedenboeken, ook van zulken, die uit den schoot van andere Kerkelijke Genootschappen zijn voortgekomen, en maakt met name loffelijk gewag van de gebeden van pictet, mel, lavater, zollikofer, sailer, en het hooggeroemd Roomsch-Katholijk Gebedenboekje van natter, waaruit ook een gebed op den Zondag tot eene proeve wordt medegedeeld, gelijk ook, uit de Voorrede voor 't Gebedenboek van den Roomschgezinden sailer, eene gepaste vermaning omtrent het verstandig gebruik van formuliergebeden.
Behalve den bovengenoemden Predikant oudenhoff, die den prijs wegdroeg, zijn, als Opstellers der verzamelde gebeden, met name gemeld, j. boekaard, Lidmaat te Middelburg, j.h. jolink, Predikant te Franeker, j.h. van lil, Predikant te Schalkwijk, en p. rank, Lidmaat te Oudbeijerland. De overigen hebben niet kunnen goedvinden hunne namen te openbaren. De gebeden van boekaard en rank hadden wel achterwege mogen blijven. In die van Do. jolink zal men ook te vergeefs heldere en reine godsdienstbegrippen zoeken. Veel opgeklaardheid hebben wij ook niet kunnen ontdekken in de gebeden van Do. van lil, die zich voornamelijk door vervelende langdradigheid onderscheiden. In allen, in die van oudenhoff zoo wel, als in de overigen, ontbreken doorgaans gelouterde begrippen omtrent de ware eigenschappen van Gode welbehagelijke gebeden. Schier overal ontbreekt die korte, krachtige, uit de ziel voortkomende en zielverheffende uitdrukking, die aan 't regte bidden zoo natuurlijk eigen is; schier overal die warme, met den diepsten eerbied voor God vervulde, en zoo wel de zuiverste zedelijkheid als redelijke godvruchtigheid ademende,