Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1808
(1808)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijQuid pro quo.Ter algemeene Audientie in zekere Duitsch-Fransche Stad bevond zich onder andere een Garensabrikeur, die, in eene of andere qualiteit, eene pligtpleging bij den Vorst moest afleggen. De Maire van zekere plaats stond nevens hem. Beiden waren even weinig gemeenzaam met de Fransche taal, als gewoon ten Hove te verschijnen; hetwelk uit hun voorkomen en hunne houding genoegzaam blijkbaar was. - De Vorst, de Zaal omgaande, wendde zich eindelijk ook tot den Maire, met de vraag: ‘Qui êtes vous, Monsieur?’ - Sire.... je suis la MaireGa naar voetnoot(*). - De Koning, hem tijd willende geven om zich eenigzins van zijne bedremmeling te herstellen, wendde zich tot den anderen, met dezelfde vraag. Het antwoord was: Moi, Sire....je suis...oui .. je suis Fabriqueur des FillesGa naar voetnoot(†). - Waarop de Vorst grimlagchende hernam: ‘Eh bien! couchez ensemble.’ |
|