Geneeskundig Magazijn, door A. van Stipriaan Luiscius, C.G. Ontijd en M.J. Macquelijn. Vden Deels 1ste Stuk. Tweede Afdeeling. Te Leijden, bij A. en J. Honkoop. 1808. In gr. 8vo.
Deze Afdeeling is de voorgaande spoedig gevolgd, en bevat de verdere waarnemingen omtrent die Ziekten, welke van Sept. 1798 tot 1799 in het Nosocomium Clinicum door den Hoogl. thomassen à thuessink behandeld zijn; bepalende zich dezelve voornamelijk tot rheumatismus en buikwaterzucht; voegende de Hoogl. bij derzelver behandeling zijne welgepaste aanmerkingen, die wij met genoegen hebben gelezen, ofschoon wij openhartig moeten bekennen, en dit zal ons de Hoogl. ten goede houden, dat ons dit zijn vervolg niet zoo belangrijk als wel zijne voorgaande waarnemingen is toegeschenen. Met een enkeld woord spreekt de Hoogl. nog van eenige Phthisici, welke, ondanks het gebruik van Sem. Phellandrium en van het Acidum Phosphori en andere middelen, niet te redden waren. - Bij ons is het eene onmogelijkheid, om de eigenlijke, in den strengsten zin des woords genomene, Phthisis te genezen. - De Hoogleeraar merkt aan, dat hij meer dan eens ondervonden had, dat, in phthisis ulcerosa, het acidum phosphori, door velen aangeprezen, niet alleen geen nut, maar steeds nadeelige werking deed; zoodat hij, door verminderde, ja geheel belette ophoesting, bij vermeerderde schraalheid en raauwheid op de borst en geheel belette afscheiding van water, verpligt was, dit middel spoedig ter zijde te zetten. Ook meldt de Hoogl., dat hij eene reeks van vrouwen en kinderen, die sterkere of min hevige epileptische toevallen door wormen hadden, tot een toe, door het gebruik der Geoffroea hersteld had. - Het ver-