Waarnemingen omtrent de Zenuwkoortsen en derzelver complicatien, door C.W. Hufeland, Lijfarts van den Koning van Pruissen te Berlijn. Uit het Hoogduitsch vertaald door A. Numan, M.D. op het Hoogezand. Met eene Voorrede van den Hoogleeraar Thuessink. Gron en Amst., bij H. Eekhoff en L. van Es. 1808. In gr 8vo. 190 Bl.
Deze Waarnemingen, reeds door Rec. met het grootste genoegen in het oorspronkelijke gelezen, hadden bij hem de hoop doen geboren worden, dat een deskundige de vertaling zou op zich nemen. Al waren dezelve echter den Rec. niet bekend geweest, dan nog zou de naam van hufeland, begeleid door dien van onzen Vaderlandschen thomassen à thuessink, zonder een oog in de vertaling zelve geslagen te hebben, bij hem de gegrondste verwachtingen omtrent het belangrijke reeds hebben doen ontstaan.
Wel is waar, dat wij reeds vele beroemde mannen, en bijzonder ook onzen michell, kunnen noemen, die zich met het onderzoek omtrent de Zenuwkoortsen hebben bezig gehouden; maar niemand, durven wij zeggen, de Duitsche Geneeskundige hecker alleen uitgezonderd, heeft zoo volledig in 't bijzonder over de complicatien dezer Koortsen gehandeld, als hufeland; complicatien, wier aanwezen immers door vele zoogenaamde Brownianen is ontkend, waardoor zij niet zelden, uit eene verkeerde toepassing, die Koortsen verkeerdelijk behandeld hebben. Gaarne hechten wij dus ons zegel aan de verzekering van den Hoogl. thuessink, dat deze Waarnemingen, in dit opzigt, iederen Geneesheer tot naauwkeurig onderzoek en navolging moeten worden aangeprezen. Zij passen, om ons van hufeland's woorden te bedienen, in het leerstelsel der Natuur; daar de onpartijdige man er zich in 't geheel niet aan stoort, of zijne grondstellingen en regelen in een of ander heerschend leerstelsel passen, niets schrijvende dan hetgene hij door herhaalde ondervinding bewaarheid had bevonden.
Na eenige inleiding over de heerschende ziektegesteldheid en de kenmerkende toevallen der Zenuwkoorts,