beschouwen, en dus te regt, na de zuivering der eerste wegen, den koortshast, de minerale zuren, en bijzonder het zeezoutzuur, vereischt; de eerste als best het bederf tegengaande en de veerkracht der spiervezelen herstellende, de laatsten als de specisique scherpte dezer ziekte vermogend tegengaande.
Het tweede geval bepaalt zich tot de vergiftiging door het eten van de wortels der Waterscheerling (cicuta aquatica of virosa Linnaei). De behandeling van hun, die door deze plant vergiftigd waren, bestond in een braakmiddel; daartoe zouden wij bijzonder de witte vitriool aanraden, vooral wanneer men spoedig genoeg bij den lijder gehaald wordt, omdat dit braakmiddel zeker het schielijkst en zekerst werkt; daarna prijzen wij een rijkelijk gebruik van azijn aan, hetgeen wij met den Hoogleeraar boven de olie en melk zouden verkiezen. - Dat nu een waakzaam geneeskundig toevoorzigt alle die middelen behoort in het werk te stellen, welke hunne medeburgers bij het leven en de gezondheid behouden en bewaren kunnen, lijdt geene tegenspraak; maar in hoe verre aan den wensch des Hoogleeraars, die hem echter tot eere strekt, om de opzoeking, het verzamelen en de begraving dezer aan onze slooten, grachten, moerassen en meren groeijende planten door dat Bestuur geboden te zien, kan voldaan worden, durven wij niet beslissen, van gedachten zijnde dat iet dergelijks te veel gevergd, te omslagtig, misschien te weinig beteekenend voor hetzelve zijn zou.
Ook de waarneming van den bekwamen ontijd, om het uitmuntend nut des Arnica-wortels met de Campher, ter afweringe en beteugelinge der plaatselijke rotting, aan te toonen, verdient niet alleen om hare belangrijkheid in de gemaakte geneeswijze, maar ook om de daarin verspreide aanmerkingen, eene aandachtige lezing; terwijl men overal den schranderen, voorzigtigen en tevens stouten Geneesheer ziet doorstralen.
Wat de waarnemingen van den Heer bodel betreft, omtrent de in Dordrecht geheerscht hebbende ziekten, waarvan deze ten vervolge op de voorgaande strekken, zij het verre van ons, dat wij derzelver nut en belangrijkheid, in haar geheel genomen, willen verwerpen; maar men houde het ons ten goede, wanneer wij voor ons verklaren, dat de kundige Schrijver beiden meer zou bevorderen, indien hij eenige der voornaamste