Twee uitsteekende vrouwlijke characters geschetst in Camilla en Flora.
Character van Camilla.
Camilla is, met de daad, zodanig, als de Schrijvers menigmaal eene Vrouwe zich verbeeld hebben; of liever, zij bezit eene vereeniging van die bevalligheden, om welke te bevatten en te beschrijven zij zelden kieschheids en smaaks genoeg bezitten. Te zeggen, dat zij schoon, bevallig, teder en inneemend is, is slegts algemeen gesproken; 't is het meer bijzondere, 't geen ik wilde voordraagen.
Camilla is rijzig van gestalte, aan den ranken kant naast, bevallig, en boezemt eene soort van eerbied in; de toon van haare stem is welluidend; zij kan noch opzien, noch zich beweegen, zonder iets voordeeligs te vertoonen. Bijkans alles, wat vrouwlijk uitmuntend mag heeten, bezittende, schijnt zij van alle die voordeelen onbewust; en die onbewustheid verhoogt alle trekken. Zij is zedig, en wantrouwt haare eigene gevoelens; nogthans bevat zij volkomen het onderwerp, waarover zij haar gevoelen zegt, en beschouwt de voorwerpen uit het gepaste oogpunt. Geene trotschheid, geen vooroordeel, geene verhaasting misleiden haar. Zij is waarheidlievend, en oordeelt daarom regtmaatig. Indien er onderwerpen zijn, al te duister of te ingewikkeld voor haar vrouwlijk verstand, dient haare onkunde deswegen alleen om eene nieuwe schoonheid aan haar Character bij te zetten; deeze ontstaat uit haare bekentenisse, en misschien zomwijlen uit het bezit dier onkunde zelve. Het groot onderscheidend kenmerk van camilla's verstand is Smaak; en wanneer zij zich het meest over eenig onderwerp uitlaat, laat zij nogthans blijken, dat zij des meer zou kunnen zeggen; en, door die ongezindheid om te zegepraalen, overtuigt zij des te meer.
Bij het keurigst Verstand bezit camilla de leevendigste aandoenlijkheid; dit straalt door in ieder trek van haar gelaat. Is camilla droefgeestig? Slaakt zij een zugt? Elk is des aangedaan. Men vraagt, welk onheil haar wedervaaren is? En men ontdekt, dat zij zugtte over het onheil van een ander, en is daardoor te meer bewogen.
De jonge, de beminnelijke camilla zet bevalligheid bij aan elk gezelschap, waarin zij zich bevindt, aan ieder kring, waarin zij verkeert. Waar zij verschijnt, is het, of allen haare meerderheid gevoelen; en nogthans bezit zij, in gesprek geraakende, de kunst om anderen eene geruststelling te geeven, welke zij voorheen niet kenden. Zij paart met de keu-