Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1807
(1807)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijMerkwaardige bijzonderheden en algemeene aanmerkingen aangaande de Russische krijgsgevangenen.(Vervolg en slot van bl. 384.)
Een Bus, die geene zwaarigheid maakt, om tot zijn voedzel en kleeding, alwat van zijn gerijf is, weg te neemen en te steelen, zal van honger sterven bij schatten, aan zijne bewaaring, of zelfs zijner eerlijkheid toevertrouwd. Twintig voorbeelden zijn daarvan voorhanden; men vergenoege zich met het volgende. Een Serjant-majoor, te Austerlitz gevangen genomen, hadt bij zich de viermaands soldij voor zijne KompagnieGa naar voetnoot(*); door den overwinnaar wierdt hij niet uitgeplunderd. Hij komt te Bourges, blijft 'er drie maanden, vertrekt na Limoges, alwaar hij zich nog bevindt; hij vast, en weigert zichzelven liever alles, dan de hem toevertrouwde penningen aan te raaken. En egter wierdt die zelfde man door den Heer rouzet op het steelen van timmer- | |
[pagina 423]
| |
hout betrapt, in het Magazijn voor de Vestingwerken, waar binnen hij gekomen was door het optillen van een zolderplank. Hij hadt, zegt men, geen ander oogmerk dan zich op zijn Russisch te warmenGa naar voetnoot(*). De openbaare schurken (want men vindt ze overal) zijn minder onbeschaamd en bescheidener dan in Frankrijk. Een dier schobbejakken wierdt, in de maand Maart 1806, te Bourges, beschuldigd en overtuigd, eenen zijner kameraaden veertig Louisen ontstolen te hebben. Tot bekentenis gedwongen wordende, waar hij het gestolene hadt verborgen, ontkende hij halstarrig de daad en derzelver gevolgen; hij stondt voor alle vertoogen, beloften en bedreigingen; zijn Serjant-majoor, een streng en hardvogtig mensch, verwijst hem, zonder dat hij van zijne plaats wijke, om stokslagen te ontvangen, tot dat hij zijne misdaad zou bekennen, en de plaats aanwijzen, waar hij het geld hadt verborgen. Zoo als gij wilt, gaf hij zeer koel tot antwoord. Men maakt aanstalte tot deeze straffe met eene schrikwekkende voorbereiding. Twee Korporaals, met de palka in de handGa naar voetnoot(†), slaan hem op de maat met een vreezelijk geweld; om den vijfden slag wordt hij van nieuws ondervraagd; men belooft hem genade, indien hij wil bekennen; hij volhardt bij de ontkenning; men gaat voort met slaan, en 't is te denken, dat de kloppers eerder van het geeven, dan de misdaadige van het ontvangen van slagen zouden vermoeid zijn geworden, toen met den vierëntachtigsten slag zijn muts af en daaruit vijf Louisen op den grond vielen. ... Welk eene standvastigheid! De ellendeling hadt geene zucht geloofd. Hoewel geene wellustelingen, bezitten, egter, de Russen geen denkbeeld van eerbaarheid en welvoegelijkeid bij de Vrouwen; gaarne loopen zij naakt, gaan, komen, spreeken en doen hunne zaaken in deezen toestand, zonder bedenking, en zonder zich over de ergernis te bekommeren, welke zij daarmede geeven. Krijgskunde. - De Russen, uit dit oogpunt beschouwd, vertoonen zich in een gunstig en belangrijk licht; zij zijn zeer gezeggelijk, en volstrekt en blindelings onderdaanig. Hunne Officieren, en zelfs hunne Onderofficieren, kunnen hun allerlei beweegingen doen maaken, eenen zwaaren, aanhoudenden, walgelijken, zelfs gevaarlijken arbeid van hun eischen, zonder daar tegen een afkeurend morren te hooren; overmaatige vermoeijenissen kan men hun doen ondergaan, | |
[pagina 424]
| |
en hunne soberheid verzekert den goeden uitslag van een verren togt met zuike menschen; zij weeten alleen te gehoorzaamen en te zwijgen. Is dit ongevoeligheid, gebrek aan redeneering, of gevoel van hunne eigen nietsheid? Over de oorzaaken van dit verschijnzel, als tot onze taak niet behoorende, zullen wij niet uitwerden. De waarheid der zaake is, dat de Russische soldaat alles bezit, 't geen in hem wordt vereischt, om hem tot een in den grond lijdelijk en gehoorzaam weezen te maaken. Is hij daardoor te nuttiger voor zijnen Vorst? Hieraan wordt getwijseld. De Fransche soldaat, zijne pligten en regten kennende, redeneert, mort, maar gehoorzaamt altijd. In het vuur, in gevaar, is hij tot zijnen eigen roem werkzaam; hij wordt aangedreeven door de overheerende gevoelens van eigenliefde, eere en liefde voor het Vaderland; hij bezit die hem eigene onverschrokkenheid, die alle soldaaten tot zoo veele onverwinnelijke helden maakt. De Rus doet alwat men hem zegt, doet niets anders, en doet het niet altijd goed; op eenen post geplaatst, zal hij 'er ongetwijfeld sterven; indien men het onderneeme, hem van daar te verdrijven, zal hij niet terugdeinzen; doch hij wordt als onbekwaam beschouwd tot die grootmoedige sprongen, die vuurige dapperheid, die onweerstaanbaare heftigheid, die omverrewerpt, medesleept en schrik aanjaagt. In de troepen deezer Natie bespeurt men niet dat, zoogenaamd, esprit de corps, die eenheid van gevoelens en grondbeginzelen, dat beredeneerde punt van eere, die de grondslagen van den krijgsroem zijn; men durft zelfs verzekeren, zonder te vreezen van der waarheid te kort doen, dat nooit twee Russische soldaaten elkander hebben uitgedaagd om een geschil bij te leggen of eenen hoon te wreeken; dit wreed gebruik, verschrikkelijk zomtijds in zijne uitwerkzels, doch edel en eerlijkGa naar voetnoot(*) wanneer het noodzaakelijk is, is den Russischen soldaat, en zelfs den onderofficier, volstrekt onbekend. Een kameraad is een vreemdeling bij zijnen kameraad; geene vooringenomenheid, niets van die hartelijke genegenheid, tewegebrengende, dat in gevaaren een soldaat, zonder beraad, zich opoffert om zijnen wapenbroeder te behouden. Men meent de oorzaak deezer ongezelligheid te vinden in de kwaade inrigting hunner kazerneeringe; krijgsgebouwen zijn in Rusland niet bekend; in tijd van vrede, zoo wel als oorlog, huisvest en voedt de burger en de boer den soldaat; dikmaals is hij alleen; zelden ontmoet men twee in het zelfde huis, en nooit meer. Het gevolg hiervan is, dat de zeer talrijke regimenten zeer verstrooid zijn, dat de soldaaten elkander niet zien, en weinig kennis aan elkander hebben. | |
[pagina 425]
| |
Zij hebben geene gemeenschappelijke tafel; elk leeft en eet op zich zelven op onderscheidene uuren, en kookt zijnen eigen pot; men komt niet bijeen dan tot den wapenhandel en den gewoonen dienst; en 't is bekend, dat dit niet het oogenblik is van onderlinge vriendschapshoudinge. De strenge krijgstucht, de strengheid der opperhoofden en de zwaare straffen hebben in de wapenoeffeningen eene zeldzaame en heilzaame eenheid doen ontstaan; hieromtrent ontmoet men eene onnaavolgbaare naauwkeurigheid; alles geschiedt op den wenk van den vleugelman, en de verdeeling van de tempo's voor ieder hunner zijnde afgemeeten door een spreekend en vlug zein van dien vleugelman, op wien de geheele linie het oog houdt gevestigd, is het gevolg daarvan, dat in de bijzonderheden van den wapenhandel eene eenpaarigheid plaats heeft, die anders niet kan verkreegen worden; het volvoeren van elke beweeging wordt aangekondigd door eenen algemeenen stoot met den voet, waarvan het geluid, één, de vastheid van den oogslag bepaalt. Verre is 't 'er af, dat men in het marcheeren de Fransche bevalligheid ontmoet; de vooruitgezette voet beschrijft een ellips of eirond, en rust vast op den grond met de hiel, die, het steunpunt der tweede schrede zijnde geworden, het lichaam tot eene bepaalde en vaste beweeging noodzaakt. Deeze wijze van marcheeren, minder bevallig dan de Fransche, beschouwen wij als minder vermoeiende en natuurlijker, doordien de voet van een Fransch' soldaat zich voorwaarts beweegende, het benedenste punt eene horizontaale lijn beschrijft, en den man spoediger vermoeit, door de sterke beweeging der gewrigten en de herhaalde spanning der zenuwen van de knieschijf. - Thans is men geregtigd om te besluiten, zoo wel op gronden van redeneeringe als ondervindinge, dat, indien de Russische krijgsmagt, eene eeuw lang, een gedeelte van Europa heeft doen beeven; indien zij de Souvereinen van Zweden, Persie, Polen en Turkije overwonnen, en dezelve van provincien, dienstig voor het Rijk, heeft beroofd, de reden is, omdat de opvolgers van peter den grooten, meer gelukkig dan bekwaam, meer snoevers dan door de ondervinding geleerd, meer wreed dan dapper, zich van een reusagtigen en overweldigden naam bediend hebben om te verwoesten en te veroveren. - Marienburg, Bachaceray en Praga kunnen daarvan getuigenis draagen! |
|