dat geval verzekeren, als de Debiteur eer dan de Erflater overlijdt. Of een Man, die geen Kinderen of Naastbestaanden heeft, wil zijne Huisvrouw een Kapitaal nalaten, en verzekert zijn Leven, ingevalle hij eer dan zijne Huisvrouw mogt komen te overlijden.
Zoodanige verzekeringen op het overlijden doet de Societeit voor mindere Premiën dan de onbepaalde Levens-verzekeringen, volgens de bovenstaande Lijst.
De Societeit neemt verders ook aan Assurantiën op Lijfrenten (Weduwe-renten), invoege dat dezelve, na het overlijden van den Verzekerden, aan den genoemden Persoon een Jaarlijksch Pensioen tot aan zijnen dood betaalt.
Dezelve Societeit doet ook Assurantie op Jaarlijksche Renten; zij neemt op zich de verpligting, om, bijaldien de Verzekerde sterft, aan eenen genoemden Persoon, tot dat dezelve eenen zekeren ouderdom bereikt heeft, (b.v. 25 jaren) een bepaald Pensioen te betalen. Generalijk neemt zij elke Levensverzekering aan, welke de bijzondere omstandigheden van den genen, die dezelve begeert, soms kunnen vereischen.
Voor ongewone gevallen, als ook voor Assurantiën op het Leven van ter zee varende Personen, worden de Premiën telkens naar gelange der omstandigheden bepaald.
De geringste som, welke de Societeit op een Persoon teekent, is 200 M. Bco., de hoogste 25,000 M. Bco. Zij neemt eindelijk ook Penningen op Lijfrenten voor enkelde zoowel als verbondene Personen.
De gene, die voornemens is eene Levens-verzekering te sluiten, moet de qualiteit, woonplaats e.z.v. van den Persoon, dien hij wil laten verzekeren, naauwkeurig opgeven, alsmede den ouderdom en den goeden staat der gezondheid blijkbaar maken. Tot het laatste oogmerk wordt het beëedigde Attest eens geloofwaardigen Doctors vereischt, dat de gene, die zich wil laten verzekeren, niet ziek of bedlegerig, met geene kwaal, die een spoedig overlijden doet duchten, als Tering, Bloedspuwen, Waterzucht e.z.v. behebt is, en sedert een jaar geene ziekte gehad heeft, welke gevaarlijke gevolgen doet vreezen. De Persoon, die zich laat verzekeren, moet onder Eede getuigen, dat hij aan zijnen Doctor geene wezenlijke omstandigheid zijner gezondheid verzwegen heeft, en twee, bij de verzekering geen belang hebbende Personen, moeten almede attesteeren, dat de bovengemelde Attesten, naar hun beste weten, de zuivere waarheid behelzen. Dat niemand kan verzekerd worden, die zijne gezondheid door onmatigheid bedorven heeft, volgt uit het bovenstaande van zelven.
Nog moet wel aangemerkt worden, dat het aanzienlijke oorspronkelijke Fonds der Societeit, dat uit een Millioen Marken Banco bestaat, hetwelk door de inkomende Premiën &c. bij