Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1807

Berigt, aangaande de genezing eener zakwaterzucht, door opium en kwikzilver. Door G.W. Becker, Med. Doctor te Leipzig.

Een Man van middelbare jaren, uit den Burgerstand, wierd, gedurende ettelijke jaren, in het voorjaar, aangetast door rheumatieke pijnen. In 1801 was die aanval geweldiger dan gewoonlijk, zoodat ik zeer veel moei-

[p. 302]

te had, om de overgeblevene stijfheid, in de oxelen en in den rug, door middel van Spiritus Mindereri met Aconit-extract, te helpen. Ondertusschen deed 'er zich eerlang een grooter meester in de konst op, die beloofde, den Lijder van zijne, zoo dikwijls hervattende kwaal, te verlossen, hetgeen volbragt zou worden door middel eener verbinding van Zwavelbloemen met Spiesglas, onder het uitwendig gebruik eener Spaanschevliegzalf.

De gemelde Zieke had, in zijn aard, dit bijzondere, dat hij de werking der Spaansche Vliegen op geenerlei wijze kon verdragen, dewijl dezelve hem steeds, zoo geene pijnlijke Pisopstopping, ten minste eene aanmerkelijke vermindering dier ontlasting, bezorgden, Sedert vier jaren, dat ik dien Lijder had behandeld, was het mij onmogelijk geweest, van dat middel zulk een gebruik te maken, als ik anders wel zou gewenscht hebben. Daar de Zieke niet wist, wat hem wierd voorgeschreven, en den nieuwen Geneesheer deze omstandigheid onbekend was, had deze Geneeswijze zeer onaangename gevolgen. Want, nadat men gedurende acht dagen met deze smering had aangehouden, begon het ligchaam, met onverdragelijke pijnen in de beide zijden, op te zwellen, hetgeen, daar de Geneesheer de reden daarvan niet vermoedde, onder het aanhoudend gebruik dier middelen van dag tot dag verergerde, tot dat ik, die intusschen van eene reize te rug was gekeerd, wederom bij den Lijder wierd geroepen.

Ik vond denzelven in een akeligen toestand, met een zoodanig opgezetten buik, dat hij naauwelijks meer adem kon halen; doch begreep teffens, dat het hier aanwezig onheil alleenlijk uit de werking der, hier te onpas gebruikte, Spaansche Vliegen ontstond. Ik liet hierom het ligchaam met Althaeazalf, waaronder veel Campher en Kwik gemengd was, smeren, vooral in den omtrek der Nieren; terwijl ik inwendig Amandelmelk, met Campher, liet gebruiken, en eene dunne Amandelmelk tot een dagelijkschen drank liet drinken. Met vierëntwintig uren waren de pijnen merkelijk verminderd, en de pis, die zeer veel in hoeveelheid was verminderd geweest, vloeide thans weder af in een behoorlijken overvloed. Met dat alles bleef 'er eene zeer aanmerkelijke opzwelling over, die alle teekenen gaf van eene Zakwaterzucht, en mogelijk haren oorsprong uit een der Nieren had, doch ook welligt van elders, zonder dat men

[p. 303]

zulks, van wegen de aanmerkelijke opzetting, met zekerheid kon bepalen.

Tot wegneming, of ten minste tot verzachting, van den steeds nog onaangenamen en pijnlijken toestand des Lijders, sloeg ik het aftappen van het water voor, doch kon zulks van hem niet verkrijgen. 'Er bleef dus thans niets over, dan te beproeven, of men, door de werkzaamheid van het lymphatisch gestel te vermeerderen, de opslorping der uitgestorte waterige stoffe zou kunnen bewerken. Dan daar de Patient steeds pijnlijk en daardoor slapeloos bleef, begreep ik, dat men insgelijks op die omstandigheid letten moest, en ten dien einde slaapverwekkende middelen met slijmoplossende moest vereenigen; ten welken einde ik het volgende voorschreef:

℞. Mercur. dulc. dr. β.
Opii puri gr. X.
Pulv. Rhei dr. j.
Extr. Quass. dr. iij.
M.F. Pil. n. Nonaginta.
S. Driemaal 's daags drie in te nemen.

Met het eerste doosje dezer Pillen bespeurde men reeds eene aanmerkelijke vermindering der pijnen, zonder dat men eenige geneigdheid tot kwijling ontdekte, tot voorkoming van welke ik het gebruik van de tweede portie der Pillen, gedurende vier dagen, uitstelde; terwijl ik het ligchaam dagelijks twee malen liet berooken, en zacht met flenel wrijven. Het tweede doosje Pillen deed, met deze nevenswerkende middelen verbonden, de gunstigste uitwerking, dewijl het gezwel aanmerkelijk afnam, en de smerten allengskens verdwenen. Daarna wierd het gebruik der Pillen, gedurende vier weken, uitgesteld; terwijl, desniettegenstaande, het gezwel aanhield te verminderen. Vervolgens wierd nog een doosje Pillen, hoewel in eene verminderde hoeveelheid, genomen, met die uitwerking, dat de Lijder eerlang van zijne kwaal genezen wierd; niettegenstaande de opzetting, met eene zoo hevige pijn gepaard, eenig gewigtig plaatselijk gebrek scheen aan te duiden. Verbeterde huisselijke omstandigheden stelden hem verder in staat om meer dan voorheen zijn gemak te nemen, waardoor zijn toestand zoodanig verbeterd wierd, dat hij maar enkel

[p. 304]

een ligt pijnlijk gevoel in de kniën, of lendenen, ondervond, in plaats van dien jaarlijkschen sterken aanval, die hem eindelijk, door eene verkeerde Geneeswijze, bijna om het leven zou hebben gebragt.