gesteld te zijn, steeds eene onderlinge gelijkheid, in maakzel, in blad en vrugt, welke zij niet van elkander, maar van den moeder-eikel, ontleenen.
Vinden wij niet dit oorspronglijk character zo diep den Celten ingedrukt, zo algemeen in het land hunner wooninge, en in een zo vroeg tijdperk, dat het onmogelijk is, zulks toe te schrijven aan den indruk van doortrekkende reizigers, of de met der woon vestiging van eenige weinige vreemdelingen, die voordeel zogten te bejaagen, en dus wantrouwen moesten verwekken? Dewijl alle volken uit éénen oorsprong afstammen, in eene eeuwe, waarin de gewoonten der gezelligheid zich ontwikkelden, is het dan niet redelijk, te besluiten, dat eenige algemeene gebruiken en begrippen des menschlijken Geslachts zich landeigen maakten, door eerste Gezinnen, die zich in het Westlijk Vasteland nederzetteden?
De drie groote oogmerken der Barden waren: de zeden en gebruiken te hervormen; den Vrede te verzekeren; alles, wat goed en groot was, te prijzen en aan te moedigen.
Het Druidismus mag, derhalven, in den oorspronglijken en zuiveren staat, aangemerkt worden als een gebouw, op den grondslag van den Aartsvaderlijken Godsdienst gevestigd, met oogmerk om de noodzaaklijkheid, van tot de wapenen de toevlugt te neemen, te voorkomen, in de verschillen tusschen onafhanglijke Staaten, en om de buitenspoorigheden te beteugelen van bijzondere Persoonen, zonder het behulp van strafdreigende instellingen.
Het Druïdismus beheerschte de menschen, door op hun hart te werken en hunne verbeelding gaande te maaken, - door Wetten voor te schrijven, die haare heiliging ontvingen van het algemeen heerschend denkbeeld - en door de daarin geloovenden te leeren, dat zij, in eenen toekomenden staat, het loon hunner bedrijven op deeze wereld zouden ontvangen; een begrip, 't welk kragtdaadig kon dienen om hun gedrag in dit leeven te regelen.
Een stelzel, zodanig ingerigt, hadt misschien den hoogsten trap van deszelfs invloed beklommen in een zeer vroeg tijdperk, en onder de onvermengde bewooners. Het kon alleen met kragt werken onder een Volk, voor 't welk die begrippen berekend waren, en