Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1807
(1807)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijBerigten wegens het koninkrijk Wurtemberg en het keurvorstendomGa naar voetnoot(*) Baden.Laaten wij ons in de verbeelding op den toren van Straatsburg plaatzen, en ons oog weiden over den uitgebreiden horizon, die zich rondom ons opent. Aan onze voeten bespoelt de Rhijn de vlakten van den nijveren Elsas; ten zuiden vertoonen zich eenige toppen der Alpen in de verte, met al den luister der zonnestraalen getooid; ten noorden verbergen blaauwagtige dampen onbepaalde en onbestendige grenzen voor ons gezigt; aan de rechter en de slinkerhand vertoonen zich in de lengte twee bergketenen, met houtgewas bedekt, en | |
[pagina 276]
| |
met menig een half vervallen Gothisch Kasteel gekroond; doch aan de Fransche zijde zijn de bergkolommen hooger; het zijn de Vosges; aan de Duitsche zijde schijnen de bergen, hoewel nader bij gelegen, voor het oog laager, 't is het Zwarte Woud. Alle deeze valeien, die, van de hoogten van het Zwarte Woud, Rhijnwaarts afdaalen, zoo wel als de geheele oostlijke oever dier riviere, van Basel tot aan Manheim, behooren tot het Keurvorstendom Baden; nog hooger op loopt deeze Staat langs den Rhijn ten zuiden van het Zwarte Woud, en telt onder zijne onderhoorigheden eenige afzonderlijke oorden in de nabuurschap van het meir van Constans. Dit Keurvorstendom bevat de belangrijkste enge wegen en doortogten, zoo wel om de Rhijnlinie te dekken, als om in Zwaben door te dringen. 't Was het werk eener niet minder edelmoedige dan doorzigtige staatkunde, toen Frankrijk, deeze gewesten van Oostenrijk verwijderende, dezelve onder den scepter van een eenigen Vorst zamenvoegde. Die Souverein telt thans ongeveer vijfhonderd zestigduizend inwooners, op eene uitgebreidheid van vijfhonderd vierkante mijlen. Twee vijfde gedeelten dier bevolkinge behooren tot het oude Markgraafschap Baden; twee vijfde deelen tot de landen, door het verdrag van Schaêvergoedinge aangewonnen, onder welke de Palts den eersten rang bekleedt; het overige vijfde gedeelte bevat Brisgaw, 't welk de Keurvorst uit kragt van het verbond van Presburg bezit. Wanneer deeze Staat volkomen zal georganizeerd zijn, zal het inkomen ligtelijk op negen millioenen franken kunnen gebragt worden, en men aldaar een leger van twaalfduizend man onderhouden. Voor 't overige is dit aloude huis van Baden thans in aanzien geklommen, door zijne verbintenissen met groote Mogendheden. De Keizerin van Rusland, de Koningin van Zweden en de Koningin van Beijeren zijn Kleindochters van den regeerenden Keurvorst, dien Nestor der Europische Vorsten, welken zijne hooge wijsheid en volmaakte goede trouwe, te midden van zoo veele oneenigheden, onder het schild van den algemeenen eerbied geplaatst hebben. De Badensche landen zouden stoffe tot eene uitvoerige beschrijving kunnen opleveren; tot de voornaamste trekken willen wij ons bepaalen. De Palts bevat niet dan vrugtbaare gronden en vrolijke gezigtpunten. Hier ziet | |
[pagina 277]
| |
men heuvels, met kastanjeboomen of wijnstokken bedekt, daar koornvelden of tabakslanden, belommerd met heggen van amandel- en noote-boomen. Midden in de weilanden, die tegen den Rhijn stooten, vertoont Manheim de eenzelvige schoonheid van haare rechte straaten. Deeze Stad, welke ontmanteld heeft moeten worden, bevat tweeëntwintigduizend inwooners. De kostbaare verzamelingen van schilderijen, oudheden, penningen, kostbaare vaazen, mineraalen en schelpen, die het Keurvorstelijk Kasteel versierden, wierden door de Beijerschen na Munchen medegenomen, ten tijde van de overdragt van de Palts. Dergelijk een verlies onderging de Stad Heidelberg in den dertigjaarigen oorlog; de rijke en keurlijke boekerij, welke men aldaar bewonderde, wierdt deels verstrooid, deels na Rome gevoerd. Heidelberg bezit nog eene Universiteit, en elfduizend inwooners. De inwooners van de Palts, bestaande uit Roomschgezinden, Lutheraanen en Kalvinisten, waren langen tijd een prooi der rampen, aan inwendige onlusten verbonden. Door vijandelijke legers telkens overvallen en verwoest, zag zich daarenboven dit land met belastingen bezwaard, en genoodzaakt tot de weelde van een hof bij te draagen, 't welk, zonder zijne middelen te berekenen, met de grootste Mogendheden in pracht zogt te wedijveren. De Keurvorst van de Palts hadt eene hofhouding, zamengesteld uit meer dan drieduizend persoonen; op zijne kosten onderhieldt hij drie Schouwburgen: een Duitschen, Italiaanschen en Franschen; hij bezoldigde drieënvijftig Generaals, en zijn leger bestondt uit slegts zesduizend dienstdoende knegten; hij hadt achtënnegentig Geheimraaden in daadelijken dienst, eenendertig titulaire Geheimraaden, en drie Historieschrijvers; doch zijne onderdaanen verlieten het land bij duizenden, om in Amerika een minder schitterend, doch gelukkiger Vaderland te gaan zoeken. Die geest van landverlaatinge heerscht nog langs de oevers van den Rhijn; hij wordt gevoed door de kunstenarijen van Amerikaansche volkwervers te Hamburg. In het oude Markgraafschap Baden doordringende, ziet men de bergen uit den schoot der vlakte oprijzen, den Rhijn scherppuntige zijden aanbieden, en, zagter daalende, zich tot aan Wurtemberg uitstrekken. Wijngaarden vervrolijken de oorden, aan den oostkant gelegen; terwijl, aan de overzijde, de pijnboomen boven de rot- | |
[pagina 278]
| |
zen slingeren. Een dikke rook zweeft rondom de Glasblazerijen, de IJzersmeederijen en de Teerkokerijen; het geraas van bijl en zaag mengt zich onder het bulken van het hoornvee. Doch de vlakten, die Rhijnwaarts hellen, geeven koorn, tabak, meekrap, lijnzaad en vlas. Geene Stad van naam ontmoet men 'er. Carlsruhe is de verblijfplaats van den Keurvorst; men telt aldaar slegts tienduizend zielen. De platte grond gelijkt naar een open waaijer; het Kasteel staat in het middelpunt, op 't welk tweeëndertig toegangen uitloopen, van welke slegts negen bebouwd zijn. Brisgaw en het Opper-Markgraafschap zijn thans in een lot zamengesmolten. Het binnenste gedeelte bevat niets dan weilanden, bosschen, woeste en eenzaame valeien. In deeze woestenijen ziet men als een betoverd Kasteel de rijke en aloude Abtdij van s. blasius. De hoofdstad van Brisgaw heet Friburg. Zij heeft eene Universiteit, die naauwelijks bekend is. De schilderagtige en vrugtbaare streeken, die tegen den Rhijn stooten, leveren een edelen en schuimenden wijn: de Duitschers verzekeren, dat de Feurbachsche en de Laufensche wijn heel na Parijs verzonden en aldaar verkogt wordt: de Parijzenaars zijn daarvan onkundig; wij laaten de beslissing van dit stuk voor de Schrijvers van het Journal des Gourmands over. De distrikten, welke de Keurvorst van Baden aan het meir van Constans bezit, bevatten, in eene kleine uitgebreidheid, bekoorlijke plekken. Het zijn de wijnbergen van Bourgondie onder den Zwitserschen hemel. Van verre worden deeze landen van de Alpen ingesloten, en spiegelen zich in de omvattende meiren en engten. Meer belangs stelt de Geschiedenis dan de Aardrijkskunde in de Stad Constans. Op de grenzen van Beijeren bezit nog de Keurvorst van Baden de Stad Biberach, de geboorteplaats van wieland, die, onder alle de Duitsche Schrijvers, den meesten smaak en geest bezit. Zodanig is het klein gebied van den Keurvorst van Baden. Hoe meer deszelfs aanweezen op de vriendschap met Frankrijk ruste, hoe het ons dunkt, meer zekerheids te bezitten. Onlangs hadt het Oostenrijk tot nabuur, tegenwoordig is het honderd-en-tien mijlen van daar gelegen. Onder het genot van rustigen vrede, zal de Keurvorst van Baden voortaan de weldaaden van zijn wijs bestuur over zijne nieuwe Staaten kunnen uitbrei- | |
[pagina 279]
| |
den; van nieuws zal hij leeven geeven aan de Katoenfabrieken te Heidelberg, aan de Linnenweeverijen te Manheim, aan de Lakenweevers en de Snuisterijwerkers te Pforzheim, aan de Geneefsche Horologiemaakers, die zich te Constans hebben neergeslagen, en alle overige fabrieken van zijn land. Voor den koophandel van Basel en Frankfort zal hij een ruimen weg baanen, die bijkans geheel door zijn land zal loopen, en voor 's Lands kas aanzienlijke inkomsten zal opbrengen. Aldus zullen de uitgebreide ontwerpen der Fransche staatkunde, de algemeene rust verzekerende, nog daarenboven het geluk bevorderen van ieder deezer kleine Steden, die in de nabuurschap van het groote Keizerrijk liggen. De bergen van het Zwarte Woud overtrekkende, verlaaten wij het gebied van den Keurvorst van Baden, om den voet te zetten in het Koninkrijk Wurtemberg. Het aloude Hertogdom van dien naam beslaat het grootste gedeelte der vlakte, in welke de Necker stroomt, eene schilderagtige rivier, doch voor groote schepen niet verder dan van Heilbron af bevaarbaar. In den jaare 1796 besloeg dit Hertogdom ongeveer 416 vierkante mijlen, bewoond van 608,697 zielen. Het verdrag van Schaêvergoedinge schonk aan den Hertog den titel van Keurvorst, nevens eenige nieuwe bezittingen, door mij berekend op 103 vierkante mijlen en 118,000 inwooners. Die aanwinst bestondt inzonderheid in Vrije en Rijkssteden, binnen het Hertogdom beslooten, als Hall, nevens Zoutgroeven, en Heilbron, de stapelplaats van den koophandel des geheelen lands geworden. Ook verkreeg de Hertog de rijke Proostdij Ellwang. Het verdrag van Presburg heeft den Keurvorst den titel van Koning bezorgd, en een aanzienlijk gedeelte der Oostenrijksche bezittingen in Zwaben: als het Graafschap Hohenberg met 41,000 inwooners, het Landgraafschap Nellenburg met 28,000 zielen, en veele kleine Steden aan den Donau, eene rivier, tegen wier oevers Wurtemberg niet stootte. Zeer veel heeft insgelijks de nieuwe Koning gewonnen, door aan zijne heerschappij alle de kleine Vorsten te onderwerpen, onafhankelijke Edelen genoemd, en die in het midden zelfs van Wurtemberg aanzienlijke Heerlijkheden bezaten. De uitgebreidheid van die nieuwe overwinst laat zich onmogelijk naauwkeurig bepaalen. Volgens de beste Landkaarten zal dezelve, naar gissing, niet meer dan | |
[pagina 280]
| |
honderd vierkante mijlen beslaan, op zijn meest bevattende 120,000 zielen. In 't geheel beslaat dus het nieuwe Koninkrijk Wurtemberg 620 vierkante mijlen, bewoond van 816,000 zielen. De inkomsten van het oude Hertogdom wierden geftort in drie kassen: die der Staaten, welke jaarlijks ontving 1,060,000 Rijksguldens; die der Kerkelijke Fondsen, wier zuiver inkomen wordt begroot op 318,644 Guldens; en die des Hertogs, welke, met den opbrengst der Heerlijkheden van den Elsas en het Graafschap Montbeillard, een inkomen hadt van 1,950,000 Guldens. De vernietiging der Staaten en de vermeerdering van grondgebied zullen, veelligt, den nieuwen Koning van Wurtemberg op een inkomen van tusschen de 11 en 12 millioenen kunnen doen hoopen. In de Staaten van Wurtemberg vondt men geenen Adel: want alle de eigenerfde edellieden in dat land genooten het voorregt der onafhankelijkheid (l'immediateté). In het Hertogdom ontmoette men slegts twee Ordes van den Staat: de eerste bestondt uit veertien Prelaaten of Naamvoerders van Abtdijen, zints de hervorming in weezen gebleeven, hoewel voor het meerendeel in schoolen veranderd; de tweede Orde bestondt uit eenënzestig Afgevaardigden uit achtënvijftig steden en achttien dorpen, veele van welke te zamen slegts ééne stem hadden. Slegts bij buitengewoone gelegenheden vergaderde die Landsdag. Een groot en een klein Committé oeffenden de magt, aan de Staaten opgedraagen; eene magt, die zich niet slegts bepaalde bij het toestemmen of weigeren van belastingen en het onmiddelijk bestuur der geldmiddelen, maar die ook belast was met de handhaaving van alle de grondwetten van den Staat, van welke eene der voornaamsten de wet is, die aan den Lutherschen Godsdienst een uitsluitend gezagoeffenen in het land van Wurtemberg verzekert. Alle de Protestantsche Prinsen in Duitschland zijn borg gebleeven voor de onderscheidene overeenkomsten, in den jaare 1729, tusschen den Hertog en de Staaten aangegaan, en uit kragt van welke een Souverein van Wurtemberg, den Roomschen Godsdienst aanneemende, volstrekt allen invloed op het kerkelijk bestuur des lands zoude verliezen. Naauwelijks veroorlofden hem die overeenkomsten de vrije oeffening van den Roomschen Godsdienst in de Hof kapelle; doch de nieuwe waardigheid van den Vorst van Wurtemberg moet hem | |
[pagina 281]
| |
van alle verbintenissen ontslaan, die zints lang als zeer streng beschouwd wierden, zelfs door de zulken, die ze gewaarborgd hadden. Wurtemberg levert de zelfde voortbrengzels als Baden. De wijngaarden hier te lande zijn afkomstig van die van den Elsas, Bourgondie, Valteline en Hungarije. Zelfs heeft men 'er planten van het eiland Cyprus en uit Persie welig zien tieren. Zints korten tijd zijn de Engelschen begonnen, zeer veel werks te maaken van den Neckerwijn, eene algemeene benaaming, die van de Palts en Wurtemberg insluitende. Het binnenste gedeelte des lands bevat schoone vlakten, alwaar overvloed van tarwe, spelte, rogge en ander koorn gebouwd wordt. De bergen van het Zwarte Woud, met bosschen bedekt, bevatten nog eenige ijzer-, koper-, en zelfs zilvermijnen, doch in klein getal. Langs den Donau loopt een keten van heuvelen, of liever rotsagtige vlakten, zonder water, zonder boomen, bijkans zonder gras; 't is de Alb, door eenige Fransche Schrijvers belachelijk de Wurtembergsche Alpen genoemd; die plek is rijk in marmer, waarvan geen werk wordt gemaakt. De zijden dier heuvelen bevatten weilanden voor schaapen; aan den voet derzelven ziet men, in de dalen, geheele bosschen van appel- en peere-boomen. Om kort te gaan, het land van Wurtemberg trekt, bij elke schrede, de aandagt des Reizigers, door het kontrast van eene woeste en schilderagtige natuur met de gewrogten van menschelijke nijverheid. Bijkans in het middenpunt van het oude Wurtemberg ligt de fraaie Stad Stuttgard, bevolkt van 22,000 inwooners. 't Is de Hoofdstad van 't Koninkrijk. De Zaal van de Opera en de Bibliotheek verdienen inzonderheid opmerking. Doch het gewoon verblijf van den Vorst is Ludwigsburg. Het Koninklijk Kasteel is der nieuwe waardigheid zijnes doorluchtigen eigenaars niet onwaardig. De laken-, stoffen-, porcelein- en andere fabrieken, met behulp der Regeeringe aldaar aangelegd, hebben de bevolking dier Stad niet hooger kunnen brengen dan tot 5,000 zielen, de bezetting en het hof niet mede gerekend. Tubingen, eene Stad, die 7,000 zielen telt, is de zetel eener Universiteit, aan welke zeer wel gestudeerd wordt. In 't algemeen genomen bevat geen land, van gelijke uitgebreidheid, zoo veele schoolen en kollegien als Wurtemberg. De Geestelijkheid telt onder haare le- | |
[pagina 282]
| |
den eene menigte Oostersche, Grieksche en Latijnsche taalgeleerden, zelfs wiskunstenaars en natuurkundigen. De Treurspeldichter schiller, een geboren Wurtemberger, heeft de geestdrift van geheel Duitschland gaande gemaakt door zeer onregelmaatige tooneelstukken, doch waarin trekken van vernuft verspreid zijn. Te Stuttgard ontmoet men zeer voornaame beeldhouwers, onder andere dannecker, die een borstbeeld van lavater ter openbaare beschouwinge heeft voorgesteld. De nijverheid geeft, in het oud Hertogdom Wurtemberg, bloei aan een zeker getal kleine Steden van 3 tot 4,000 inwooners. Te Caln, onder andere, worden voor vierhonderd duizend florijnen wollenstoffen bereid. Te Urach maakt men jaarlijks 8,000 stukken linnen. Niet verre van deeze Stad ziet men een Gang (Couloir) van negenhonderd voeten lang, met ijzer gevloerd, langs welken men na den oever eener riviere het timmerhout doet afdaalen, in de nabuurige bosschen gehakt. Andere plaatzen hebben haar bestaan van papiermakerijen, tapijtfabrieken, en van het maaken van koperen en houten keukengereedschappen. Niet minder gaat 'er om in andere voormaals Keizerlijke Steden. Te Reutling, 't welk 8,000 inwooners telt, worden alle de nu genoemde goederen vervaardigd. Gemund, eene voorheen handeldrijvende Stad, is van eene bevolking van 18,000 tot 5,000 inwooners verminderd. De bewooners van Hall, ten getale van 6,000, bewerkten in de Stad zelve eene Zoutgroeve, die jaarlijks 200,000 florijnen opbragt. Doch het Koninkrijk Wurtemberg zoude, om aan eenen bloeijenden koophandel te geraaken, eenige havens aan den Rhijn, of aan den Donau, noodig hebben. De Zwaben hebben de openhartigheid, vrolijkheid en goedhartigheid der aloude Germaanen behouden. Om hunne plompe uitspraak en ruwe zeden zijn zij het voorwerp van den schimp der noordelijke Duitschers. In de middeneeuw was Zwaben het Provence van Duitschland; de liedtjes der Minnezangers ademden de zelfde galanterie, de zelfde vrolijkheid als de Romances der Troubadours; belangrijker, naar mijn gevoelen, zijn de verzamelingen deezer aloude dichtstukken, dan veele hedendaagsche voortbrengzels der Duitsche Zanggodinnen. Nog heden ten dage vertoonen de zamenkomsten der Wurtembergsche herders het beeld van Arcadia. Men ziet 'er de | |
[pagina 283]
| |
jeugdige dorpmeisjes, ligt gekleed, elkander den prijs van het snel loopen betwisten. De spelen beginnen met den dag; het danzen duurt tot in den nacht, bij het schijnen der maane. Veel welvoegelijkheids en orde, egter, heerscht 'er in deeze zamenkomsten, zoo wel als in de Zwitsersche. De twee Staaten van Baden en Wurtemberg maaken twee tusschenringen tusschen Frankrijk en Beijeren uit. Het Koninkrijk Beijeren, een buitenpost dier groep van verbondene Staaten, stoot tegen Zwitserland en het Koninkrijk Italie. Aldus ziet men in het middenpunt van Europa, en langs de Alpen, reeds alle de nieuwe scheppingen eener herscheppende staatkunde zich zamenschakelen en elkander schraagen. |
|