zult gij aan mijnen vuurigsten wensch voldoen. Onze kinderen moeten zoo nabij elkander worden gebragt, dat zij elkander hooren, doch niet zien kunnen. Tot heden toe zijn de oogen het eerste zintuig geweest, waarvan de Liefde zich bediend heeft om zich een weg tot het hart te baanen; laaten wij haar eenen anderen weg doen neemen; dat het gehoor de plaats van het gezigt vervange!’ De Heer de m. nam genoegen in dit plan; men liet twee kamers gereed maaken; de muur, die dezelve van een scheidde, wierdt weggebroken, en een stijf gespannen taf daarvoor in de plaats gesteld; en vermits de nieuwsgierigheid daarin eene opening zou hebben kunnen maaken, wierdt aan weerskanten, op zekeren afstand, een traliewerk geplaatst, 't welk men met eene zeer dunne stoffe overdekte. Met deeze voorzorge hadt men van de nieuwsgierigheid, in soortgelijk een geval zoo natuurlijk, niets te vreezen. Voordat julius en victorina in de kamers geleid wierden, voor hun bestemd, wierdt hun uitdrukkelijk bevolen, en deedt men hun plegtig belooven, aldaar niet te spreeken; zelfs waren zij met de vaderlijke ongenade gedreigd, indien zij het stilzwijgen braken; om kort te gaan, zij hadden alleenlijk verlof om te zingen en op de Instrumenten te speelen, welke zij beiden zoo uitsteekend behandeiden.
Men verbeelde zich victorina's opgetogenheid, toen zij de welluidende klanken der viool van julius hoorde, en het bekoorlijk Air, welk hij straks daarop zong, met de uitdrukking der zagtste aandoenlijkheid! Zij was in sterke verzoeking om vraagen te doen aan de zoo lieflijke stemme, die in haar hart doordrong; doch zij herinnerde zich haars vaders streng verbod. Zij plaatste zich aan haare Piano, en deedt op haare beurt in julius de bekoorlijkste verrukking ontstaan; hij verbeeldde zich, in hoogere gewesten te zijn opgenomen, en de stemme van een hemelschen Geest te hooren. Toen victorina geëindigd hadt, alzoo julius zijne opgetogenheid niet met woorden mogt betuigen, klapte hij in de handen, vatte van nieuws zijne viool op, en overtrof zichzelven in de nieuwe stukken, welke hij speelde. Zoo veel behaagens vonden de beide jonge lieden in dit muzikaal gesprek, dat men hen tot de gewoone zamenleeving niet kon doen terug keeren. Nergens waren julius en victorina gelukkig, dan in hunne Muzijkzaal. De Schouwburg en het Bal waren voor hun het grootste verdriet.
De hoop van den Heere de b. wierdt vervuld: julius was smoorlijk verliefd, en victorina ondervondt het tederste gevoel voor julius; deeze, slaaf der gedaane belofte, en evenwel onverduldig om aan zijne onzigtbaare beminde de drift te verstaan te geeven, die hij voor haar gevoelde, vondt zich genoegzaam opgewekt om Dichter te worden. Hij maak-