| |
Bijzonderheden eener reize rondom de waereld, van Don Francisco Balmis, een Spanjaard.
(Uit eenen Brief, gedagteekend Madrid, 24 October 1806.)
Een der Wondheeleren van 's Konings Kamer, Don francisco balmis, is, zedert eenige weeken, van eenen verren togt terug gekeerd, die, hoopen wij, tot een tijdmerk zal dienen in de Jaarboeken der menschelijkheid, der nutte weetenschappen, en zelfs van den heldenmoed. Eenige bijzonderheden aangaande deezen togt, den eersten in zijne soort, zullen, misschien, niet onbelangrijk zijn.
Op den 30 November 1803 van Corogne vertrokken, heeft hij eenen togt rondom de Waereld gedaan, om de weldaad der Koepokinentinge te verspreiden, niet alleen door alle de Spaansche Indien, maar zelfs in landen, aan de heerschappij van zijne Katholijke Majesteit niet onderhorig; en de uitslag heeft zijne hoop overtroffen. Het reisgezelschap, onder het opperbewind van den Heere balmis, bestondt uit eenige lieden van de kunst, verscheiden bedienden, berekend om hun in hunne werkzaamheden hulp te bieden, en uit twee-en-twintig kinderen, van tijd tot tijd met de koepokstoffe ingeënt, welke aldus, geduurende de reize, van den eenen op den anderen is overgeplant, om aldus versch te kunnen gebragt worden in alle de plaatzen, die men aandeedt. Eerst zetteden de reizigers voet aan land op de Kanarische Eilanden, vervolgens te Porto Rico, en daarnaa op de kust van Caracas. Bij zijne komst in
| |
| |
de haven van Guayra zondt balmis eenen zijner amptgenooten, salvani, na Zuid-Amerika, terwijl hij zelve zich na de Havana begaf, en vervolgens na het Schiereiland Tucatan. Aldaar wierdt het reisgezelschap nog eens gesmaldeeld. Don francisco pastor vertrok uit de haven van Sisal na de stad Hermosa, in de provincie Tabasco, met oogmerk om aldaar de Koepokinenting voort te planten over Ciuda Real de Chiapa na Guatimala. Balmis heeft eene landstreek van vierhonderd mijlen bereisd, rotsachtig, van wegen en zoo goed als inwooners ontbloot, om de vrugtbaare en volkrijke provincie Guaxaca te bereiken; terwijl het meerendeel der togtgenooten, na Vera Crux te hebben aangedaan, het geheele Onder - koninkrijk Nieuw Spanje doorreisd, en de Koepokinenting hebben ingevoerd, niet slegts in de afgelegene provincien van Sonoora en Cinaloa, maar zelfs tot de Indiaansche, deels nieuw bekeerde, deels nog Heidensche stammen van Pimeria Alta. In alle de hoofdsteden, welke balmis heeft aangedaan, heeft hij vergaderingen opgerigt, en voorts van narigten voorzien, haar het dierbaar pand in handen stellende, voor 't welk elk haarer aan den Souverein van Spanje en de Nakomelingschap verantwoordelijk is.
Met den gelukkigen uitslag in de Nieuwe Waereld heeft de ijver van balmis zich niet vergenoegd; hij heeft het plan beraamd, om dien tot de Asiatische Zeeën uit te breiden. Te Acapulco is hij te scheep gegaan, zesen-twintig kinderen uit Nieuw Spanje met zich neemende; en dewijl zij nog zeer jong waren, heeft hij dezelve gesteld onder opzigt der Bestuurster van het Vondelingshuis te Corogne, die hem verzelde. De koepokstoffe, aldus van het eene dier onnozele schepzelen tot het ander wordende overgebragt, is, in haare volle kragt, overgevoerd tot op de Philippijnsche Eilanden, naa een tijdverloop van iets meer dan twee maanden, en heeft zich over alle de Eilanden verspreid, die aan de Spaansche heerschappij onderworpen zijn; hebbende voorts balmis afspraak gemaakt met den Kapitein Generaal, om dezelve de grenzen van het Vaste-land van Asie te doen bereiken. Een groot gedeelte van den uitgebreiden Archipel der Philippijnsche Eilanden bevat de Visayas-eilanden, wier Koningen met de Spanjaarden altijd in oorlog zijn. Voor de Koepokken was het bewaard, eene nieuwe soort van wonder aan dit uiteinde der Wae- | |
| |
reld te werken. Dit heilzaam geschenk heeft eene bevrediging daargesteld, die als onmogelijk wierdt beschouwd; juist in het tijdstip wierdt het aangeboden, als eene verschrikkelijke Kinderziekte de staaten dier vijandelijke Koningen verwoestte. Getroffen van de edelmoedigheid der Spanjaarden, hebben zij de wapens nedergelegd; en balmis wierdt de bekwaamste Vredehandelaar bevonden. De zelfde geessel verwoestte de Portugeesche Volkplantingen en de Zuidelijke Kusten van China, toen balmis te Macao en Canton kwam. Hij heeft de
Koepokstoffe aldaar in haare volle kragt overgebragt; gelukkiger en wijzer, derhalven, dan de Engelschen, die reeds verscheiden poogingen van dien aart hadden te werk gesteld, maar zich telkens vergenoegd hadden om met schepen van hunne Oostindische Kompagnie de sinetstoffe te zenden, op hun Eiland opgedaan, en die op eene langduurige reize van alle haare kragt beroofd was.
De Koepokinenting, dank hebbe de werkzaame voorzigtigheid van den Heere balmis! is derhalven te Canton ingevoerd, in zoo verre althans de plaatzelijke omstandigheden gedoogen bij een agterdogtig en zorgeloos Volk. Intusschen heeft hij de zorge, om de Koepokinenting te doen standhouden en voort te planten, opgedraagen aan de Geneesheeren der Engelsche Faktorie, die het zich ongetwijfeld tot een pligt en eere zullen rekenen, om in China eene weldaad te volmaaken en landeigen te maaken, welke uit hun land afkomstig is.
Te Macao terug gekeerd, is hij op een Portugeesch schip na Lissabon vertrokken, en op den 15 Augustus 1806 aldaar aangekomen. Deezen laatsten overtogt heeft hij door eene nieuwe weldaad doen kennelijk worden, door de Koepokstoffe aan het Eiland St. Helena mede te deelen. Zoude men kunnen gelooven, dat hij niet dan met moeite dezelve door de Engelschen heeft doen aanneemen, die, zints meer dan acht jaaren, zich tegen de invoering van deeze dierbaare ontdekking van eenen hunner Landgenooten in eene hunner Volkplantingen hebben aangekant?
Niet zoo gelukkig als die van balmis slaagde in den beginne de onderneeming van salvani, dien ijverigen medgezel zijner werkzaamheden. Na Peru willende oversteeken, leedt hij schipbreuk in een' der monden van de rivier Magdalena. De Gouverneur van Karthagena heeft hem alle noodige hulp toegebragt. Men heeft het ge- | |
| |
luk gehad, salvani te redden, nevens de drie lieden van de kunst en de ingeënte Kinderen. In de provincie Carthagena is de Koepokinenting mede ingevoerd. Van daar is salvani na de zeeëngte van Panama gezonden; vervolgens de rivier Magdalena, langs haaren verren loop, opvaarende, heeft hij de Koepokstoffe aan de beide oevers medegedeeld. Vervolgens hebben zich deeze waardige Zendelingen verdeeld, om dezelve wijd en zijd binnenslands te verspreiden; en overal hebben zij de voortplanting aan lieden van de kunst aanbevolen, onderrigtingen in hunne handen stellende, overeenkomstig de handelwijze van den Heere balmis. Hunne verzamelplaats was te Santa-Fé de Bogota. Kort daarnaa heeft de Onderkoning berigt na Spanje gezonden, dat, in de uitgebreidheid zijns gebieds, meer dan vijftigduizend persoonen waren ingeënt, zonder het geringste toeval. In 't laatst van Maart 1805 zijn salvani en zijne Reisgenooten van nieuws uit elkander gegaan, om de Kôepokstoffe te verspreiden op den weg van Popayan, Cueuca en Quito tot in Lima; in de volgende maand bevonden zij zich te Guyaquil. Met het zelfde oogmerk moeten zij het Onder-koninkrijk Lima doorreizen, nevens de provincien Chili en Charcas, en te Buenos-Ayres
hunnen togt voleindigen, alwaar zij na Spanje zullen te scheep gaan.
Bij de zoo goed als algemeene weldaad, van welke balmis de voornaamste bewerker is, moet nog eene andere gevoegd worden, welke Spaansch Amerika hem zal verschuldigd zijn. Hij heeft de Koepokken ontdekt in Mexico, in de Valei Atlixoo, bij la Puebla de los Angelos. Een zijner Reisgenooten heeft dezelfde ontdekking gedaan in de ommelanden van Valladolid, in de provincie Mechoakan; en een tweede in het distrikt Calabozo, in de provincie Caracas.
Met zijne langduurige reize heeft de Heer balmis een bijkomend voordeel behaald. Een groot aantal vreemde planten heeft hij medegebragt, en met naame veele vrugtboomen, die men hoopt in Spanje te zullen naturaliseeren. Doch dit is het geringste, waarmede hij aanspraak heeft op de onsterflijkheid, die wij denken, hem bij voorraad te mogen toewijzen. Van balmis en zijne Reisgenooten spreekende, zullen wij in volgende tijden mogen zeggen: ‘De misdaaden van pizzarro
| |
| |
en valderde, die zints drie eeuwen ons worden verweeten, zijn eindelijk in Amerika geboet, door eene weldaad, die meer menschen in dit gedeelte der Waereld zal behouden, dan hunne wreedheid heeft gedood.’ |
|