Waarschuwing tegen het ongedekt wegzetten, vooral van warme spijs of drank.
(Medegedeeld.)
In eene der Hoofdsteden van ons Vaderland gebeurde onlangs het volgend opmerkelijk Geval. Zeker Huisgezin, bestaande in twee Mans, twee Vrouwen en
een Kind, hunnen maaltijd doende met opgewarmde Vleesch- en Groente-soep, werd, uitgezonderd de eene Vrouw, ongeveer een uur daarna, hevig benaauwd, even alsof zij vergeven waren; hetwelk, na het aanwenden van gepaste middelen, in geval van vergiftiging gebruikelijk, zich eindelijk weder ten beste schikte. - Vanwaar, vraag ik, dit vergift? daar men de soep niet in een koperen vat had weggezet of opgewarmd, en twee dagen te voren zonder den minsten hinder 'er van gegeten had. Waarschijnlijk had een vergiftige Spin 'er haar venijn in laten vallen; daar 't bekend is, dat Spinnen zich gaarne laten zakken, waar een warme damp oprijst.
Hetgeen mij in die gedachte bevestigt, is het volgend Verhaal, door eene geloofwaardige hand mij medegedeeld. - Een bejaard Man woonde met eene Huishoudster, welke hij, om haar wel oppassen, en daar hij geene Erfgenamen had, bij Testamente zijne nalatenschap besproken had. De oude Heer dronk steeds bij zijn ontbijt eene kom warm water en melk, dat de Huishoudster, die tevens zijne Meid was, altijd klaar maakte en hem bragt. Op zekeren tijd vooraf eene wandeling in zijnen tuin doende, bleef het vocht eene poos staan. Vervolgens gedronken hebbende, werd de Man spoedig van verschrikkelijke benaauwdheden en pijnen overvallen; waarop aanstonds een Geneesheer werd gehaald. Deze verklaarde hem voor vergeven, en, na alles beproefd te hebben, wat de Kunst vermogt, moest de Lijder dien dronk met den dood bekoopen. Dit geval werd spoedig ruchtbaar, en elk hield de Huishoudster voor de oorzaak van 's Mans dood, die, naar 't scheen, uit verlangen naar het geld, den dood van haren Heer niet had kunnen afwachten. De zaak kwam voor het Geregt; de Huishoudster werd