| |
Prijsverhandelingen, bekroond door het Genootschap ter bevordering der Heelkunde, te Amsterdam. VIden Deels 1ste Stuk. Te Amsterdam, bij J.S. van Esveldt - Holtrop. In gr. 8vo. 94 Bl.
In een vorig Nommer van dit Maandwerk de Nieuwe Verhandelingen van het hier boven genoemde Genootschap aangekondigd hebbende, willen wij ook van dit gedeelte der Prijsverhandelingen gewag maken; bevattende hetzelve eene Verhandeling over het afhalen der Nageboorte, door g.j. van wy, Lector in de Ontleed-, Heel- en Verloskunde te Arnhem, ten antwoord op de vraag: Is het kunstig afhalen der Nageboorte al of niet
| |
| |
noodzakelijk? Welke gevallen, door de ondervinding bevestigd, kunnen er zijn, waarin het kunstig afhalen derzelve noodzakelijk wordt. En in welke gevallen kan men de ontlasting derzelve, met meerder veiligheid, aan de Natuur overlaten? - Het vroedkundige Leerstuk over de afhaling der Nageboorte heeft voorzeker jaren lang eene bron van twist en veelvuldig verschil opgeleverd; bijna ieder Vroedkundige, die door zijne geschriften nuttig aan zijne medekunstgenooten zijn wilde, schreef over de al of niet noodzakelijkheid der afhalinge, zoodat meest altijd de keus bepaald werd, of tot eene volkomene overlating aan de Natuur, of tot eene dadelijke afhaling, en welke niet te spoedig in 't werk gesteld konde worden: uitersten, die altijd afkeuring verdienen. Hij alleen is de verstandige Vroedkundige, die zich aan geen van beiden dezer uitersten bindt, maar overeenkomstig de omstandigheden handelt; welke ongetwijfeld meermalen de afhaling der Nageboorte niet vereischen, maar echter in bijzondere gevallen hare uitdrijving door de Kunst noodzakelijk maken; zoodat de Vroedkundige niet altijd de dienaar der Natuur, even min haar vooruitlooper, maar meermalen volger zijn moet.
De waarheid dezer aanmerkingen heeft ook de Schrijver der voor ons liggende Verhandeling volkomen gevoeld, en als verstandig Vroedmeester de beantwoording der voorgestelde vraag in dier voege ingerigt, dat hij de niet-noodzakelijkheid van het kunstig afhalen der Nageboorte, gevoegd bij de al-noodzakelijkheid, door ondervinding bewezen, aanwijst en voorstelt; betoogende wijders, in welke gevallen men de ontlasting derzelve met meerdere veiligheid aan de Natuur kan overlaten. - Een leerstuk daargesteld te zien, dat, op rede en ondervinding gebouwd, alle dolingen, onzekerheden en onwaarheden wegneemt, en de beste en zekerste partij doet kiezen, moet het oogmerk geweest zijn, waarom het Amsterdamsch Heelkundig Genootschap de opgegevene Prijsvraag uitschreef; en wij kunnen, na eene naauwkeurige en onpartijdige lezing van dit bekroonde Antwoord, niet anders dan iederen Vroedkundigen geluk wenschen met deszelfs uitgave, en den Heere van wy den welverdienden lof toezwaaijen.
Daar, waar de Natuur werkzaam is, behoort de Kunst ter afhaling der Nageboorte niets te doen; dit is onnoodig, daar men weet welk een geregeld en sterk spier- | |
| |
vermogen de baarmoeder bezit; terwijl de vrees voor toesluiting van den mond der baarmoeder, en aankanting van denzelven tegen den uittogt der aanhangselen, die afhaling even min noodzakelijk kan maken: deze zijn de hoofddenkbeelden, die meer ontwikkeld worden ter overtuiging, dat de afhaling veelal aan de Natuur zelve moet overgelaten worden.
Niet minder gevaarlijk is het, wanneer men altijd en in alle gevallen de slaassche volger of werkelooze dienaar van deze zelfde Natuur blijft. Er kunnen gevallen voorkomen, waarin het kunstig afhalen noodzakelijk wordt; zoo als bij aanmerkelijke en gevaardlijke bloedstortingen, die door eene gedeeltelijke losraking, voor, onder of na de geboorte van 't kind, ontstaan, wanneer zich de baarmoeder zamentrekt, of kenbare teekenen tot geneigdheid zich daartoe opdoen, vooral wanneer zich dezelve bij wijze van een bal of klomp doet voelen; - in die gevallen, wanneer de mond der baarmoeder, na de verlossing van het kind, zich om de navelstreng naauwkeurig toesluit, of door een bloedprop zoodanig gestopt wordt, dat zich geen of maar zeer weinig uitzijpelend bloed door de vagina ontlasten kan, en daarop eene verborgene bloedstorting volgt; - wanneer de Sectio Caesarea ter verlossing van het kind heeft moeten geschieden, en de Nageboorte niet terstond daarop van zelfs uitgedreven wordt; of wanneer dezelve, voor een gedeelte los geraakt zijnde, zorgelijke bloedstorting veroorzaakt, en het overige gedeelte geene loslatende teekenen en natuurlijke uitdrijvingspogingen vertoont, of terstond van zelfs uitgeworpen wordt; - ook dan, wanneer de onvolkomene Sectio Caesarea heeft moeten geschieden, in gevallen, waarin het kind in de holligheid van den buik, evenveel waar ook, gelegen is, omdat er dan zeer veel vrees voor het leven van de vrouw is, zal de kunstige afhaling der Nageboorte, om der gevolgen wille, onvermijdelijk noodzakelijk worden; en ofschoon men, waar ook de Nageboorte ingeplant gevonden wordt, bij het afhalen eene gevaarlijke, zoo niet doodelijke bloedstorting te wachten heeft, moet men liever eene gevaarlijke kunstbewerking doen, dan een gewissen dood werkeloos en onverantwoordelijk afwachten; althans in die gevallen, waarin men van de magtelooze Natuur geene heilzame uitwerkingen wachten of berekenen kan; - ziet
daar de gronden tevens, waarop de Heer van
| |
| |
wy, in de opgegevene gevallen, de afhaling der Nageboorte noodzakelijk oordeelt.
Over 't algemeen kan men, buiten deze gevallen, de ontlasting der Nageboorte met meerdere veiligheid aan de Natuur overlaten; is het laatste betoog van den bekwamen Schrijver; wederleggende daarbij de leerstellige afdeeling van den grooten baudelocque over de kunstige afhaling der Nageboorte waar deze zich uitdrukt, ‘dat de raad, om dezelve aan de werking der Natuur over te laten, zeer wijs zou zijn, indien men van het achterblijven van den moederkoek niets te vreezen had; maar dat vele vrouwen de slagtoffers van die toevallen geworden waren, die van de verrotting of alleen van het aanwezen van dit ligchaam in de baarmoeder bijna onafscheidbaar zijn;’ meenende de Heer van wy, en te regt, dat men zich tegen hetgeen baudelocque op het oog heeft, zoo wel door inwendige welgekozene middelen, als met de naar tijdsomstandigheden geschikte, ontlasting bevorderende, afspoelende en rottingwerende inspuitingen in de baarmoeder wapenen kan; eindigende zijne Verhandeling met het betoog, dat het tevens veiliger is, de Nageboorte van tweelingen of van meerdere kinderen aan de Natuur over te laten, dan dezelve door Kunst af te doen. - Wij herhalen het, allezins aan het doel beantwoordende, beknopt, en wij vertrouwen alles afdoenend, zal deze Verhandeling, welke bovendien van eenige belangrijke waarnemingen, op onderscheidene gevallen betrekking hebbende, voorzien is, iederen onbevooroordeelden voorkomen; en wij kunnen onze geliefde levensgezellinnen niet dan met het volkomenst vertrouwen aan zoodanige Vroedkundigen overlaten, die met den kundigen van wy niet altijd de onderdanige dienaars der Natuur, even min als hare vooruitloopers, maar veelal hare volgers zijn.
Als eene Bijdrage, om de Natuur in hare heilzame werking, in gevallen van bloedstorting, den behoorlijken tijd ter uitdrijving der Nageboorte te verschaffen, als om in alle gevaarlijke bloedstortingen der baarmoeder eenen gewissen dam tegen de uitvloeijing van bloed te leggen, en de bloedklontering op de zekerste wijze te bevorderen; voegt de Heer van wy de wijze zijner bereiding van sponzen, ten gebruike voor tam- | |
| |
pons. Om hare nuttigheid ruimen wij daarvoor eene plaats in.
Ik bereide die sponzen op de volgende wijze. Nadat dezelve doornat gemaakt, en door de handen weder uitgedrukt zijn, perse ik dezelve, door middel van eene gewone linnenpers, tot schijven zeer vast en plat te zamen, en laat ze zoo lang geperst blijven, tot dat ze volkomen tot platte schijven, van verschillende grootte, gedroogd zijn; waarna ik ze ten gebruike beware, en tot zoodanige grootte en gedaante voorbereide en gereed make, als ik mij in voorkomende gevallen kan voorstellen benoodigd te kunnen zijn.
Sommige der aldus bereide sponzen rolle ik in onderscheidene dikte en lengte zeer vast ineen, en omwinde die met zeer fijn, meer dan half versleten lijnwaad, terwijl ik door het midden van deze omkleede spons eenen sterken langen draad heenvoere en vastmake, zoo dat dezelve even binnen den mond der baarmoeder ingevoerd zijnde, daarmede des noodig (en ofschoon voor het overige de geheele vagina met pluksel, werk of vlas opgevuld is) kan weggenomen worden. - Ik make dezen bereiden dam, kort voor de inbrenging, in azijn zoo veel nat, dat alleen het linnen doortrokken is, opdat mijne sponsdam niet eerder uitzetten zonde, voor dat zulks, om den uitloop des bloeds tegen te gaan, noodig is, en 't welk terstond aanmerkelijk gebeurt, zoodra dezelve met bloed bevochtigd wordt.
In andere gevallen, waarin ik verpligt ben, om alleen tegen, en niet binnen den mond der baarmoeder de bloedstorting te stuiten, gebruik ik, naar omstandigheden, eene minder of meerder groote, plaate, insgelijks met dun doorsleten lijnwaad bekleede, en met azijn bevochtigde sponsschijf, door welker midden een genoegzaam lange en sterke draad vastgemaakt is, voerende dezelve zoodanig naar binnen, als men gewoon is de moederringen te doen, bezorge verder de vagina naar behooren, en late het een en ander door de aansluitende hand van eenen oplttenden helper of helpster ondersteunen. |
|