Vaderland, noodig te hebben, en dat hij zich evenmin behoeft te doen kennen, als eenen liberalen Godgeleerden, die alle kettermakerij, onder wat naam of voorwendsel ook, verfoeit, als staande ook daarvoor algemeen bekend. De toets zelf zijner Leerrede oordeelt hij geene replike waardig. Evenwel hebben deze en gene omstandigheden hem gedrongen, iets te antwoorden. En uit dit antwoord verneemt men op nieuw, dat het van het begin af met beide Heeren niet goed gezeten heeft, en dat regenbogen al vroeg zeker soort van oorlogsverklaring schijnt gedaan te hebben, waarover lotze zich ook toen reeds bij Curatoren had beklaagd; dat echter de misnoegdheid des eerstgenoemden merkelijk is aangegroeid, toen zijn Ambtgenoot hem van onrechtzinnigheid begon te verdenken, en de houding aannam, van zich daartegen ijverig te willen verzetten. Lotze komt er op nieuw openlijk voor uit, dat hij regenbogen gevoelens toeschrijft, die van de vastgestelde Leer afwijken, dat hij hem dezulken openlijk op den predikstoel heeft hooren voordragen, en wel in 't bijzonder ook diegenen, die hij in het vierde stuk der verstrooide Gedachten vragenderwijze heeft voorgesteld, dat hij geene Leerrede hield, die niet meer of min gericht was, althans scheen gericht te zijn, tegen onze Belijdenis, of andere paradoxe en gewaagde stellingen behelsde, die veel opziens baarden en een kwaad gerucht van de Akademie verspreidden, en dat hij deswegens niet geschroomd had, de studerende Jongelingschap daartegen te waarschouwen en te beveiligen.
Op de beschuldiging van onrechtzinnigheid, waarmede regenbogen hem nu onlangs, om voor zichzelven, zoo 't schijnt, ruimer spel te hebben, getracht heeft zwart te maken, antwoordt hij: 1) Regenbogen, die het geheele Land van zijne openbare bestrijding van de Hervormden, wier brood hij eet, en bij welken hij eer geniet, doet gewagen, is onbevoegd, om als aanklager en beschuldiger in dezen op te treden. 2) Hij lotze heeft 't zelfde, waarover regenbogen hem van onrechtzinnigheid beschuldigt, beweerd in Verhandelingen, die, met approbatie van de Theologische Faculteit der Leidsche Hoogeschool, zijn in 't licht gegeven. 3) Regenbogen heeft zich hierin aan kwade trouw schuldig gemaakt, en de woorden van lotze verdraaid. 4) Hij heeft zijne beschuldiging niet bewezen. - Vervolgens zoekt lotze