Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1807
(1807)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijLud. Casp. Valckenaer I Diatribe de Aristobulo Judaeo; Philosopho Peripatetico Alexandrino. Lugd. Bat. apud S. & J. Luchtmans. 1806. 4to. pp. 154.Een uitmuntend gedenkstuk van twee uitmuntende mannen, waarmede wij de geleerde wereld geluk wenschen. De wijdberoemde valckenaer een verbazenden schat van schriften nagelaten hebbende, die onder deszelfs eenigen Zoon, j. valckenaer, en Schoonzoon e. luzac berusten, waren eenigen derzelven, of geheel of ten deele, afgewerkt en alzoo voor de drukpers geschikt, aan deszelfs voortreffelijken Opvolger j. luzac ter hand gesteld, om in het licht gegeven te wordenGa naar voetnoot(*). Onder deze was, behalven de reeds voor | |
[pagina 555]
| |
zeven jaren uitgegevene Fragmenta Callimachea, deze geleerde Verhandeling over den Peripatetischen Jood Aristobulus, die de Hoogleeraar luzac nog kort voor zijnen noodlottigen dood, op den verschrikkelijken twaalfden van Louwmaand laatstleden voorgevallen, heeft kunnen laten in het licht verschijnen, met bijvoeging van eene gewigtige bijdrage, betreffende onder anderen ook 't zelfde onderwerp. Zij bestaat in eene Voorlezing van den beroemden p. wesseling, door den Hoogleeraar tydeman aan den Uitgever medegedeeld, waarin 't zelfde gevoelen omtrent Aristobulus, dat valckenaer in zijne Verhandeling breedvoerig bepleit, op soortgelijke wijze beweerd wordt. Vooraf gaat eene lezenswaardige Opdracht van deze nalatenschap van valckenaer aan den roemvollen Curator der Koninklijke Universiteit, jeronimo de bosch, en den doorkundigen e.h. van eldik, eenen van de weinige overgeblevene echte voedsterlingen der Valckenaeriaansche School. Met de hem eigene allesomvattende Grieksche geleerdheid en buitengemeene scherpzinnigheid heeft de groote valckenaer, in deze overschoone Verhandeling over Aristobulus, alles bijeenverzameld, wat hem dienstig scheen, om dien geleerden Alexandrijnschen Jood te doen voorkomen, als schandelijken verdichter van vele, op naam van Linus, Homerus, Hesiodus, Euripides en andere oude Grieksche Dichters, bij verscheidene Grieksche Kerkvaders, aangehaalde stukken en brokken uit derzelver, zoo men meende, geheel of ten deele verlorene schriften. De vroome Kerkvaders zullen zich door dit gepleegd bedrog, waarvan hij niemand hunner wil verdacht gehouden hebben, uit lichtgeloovigheid hebben laten misleiden; Clemens de Alexandrijner zelf, de geleerdste van allen, had zich dien trek laten spelen, en door hem zijn ook de beroemdste Geleerden van latere tijden, een bentley zelfs niet uitgezonderd, op 't dwaalspoor geraakt. 't Fijn gevoel van valckenaer en diens grondige kennis der tale heeft hem 't waare van het vaische, met snedig oordeel, doen onderkennen. Ook meent hij 't eigenlijk doel van dit soort van verdichting ontdekt te hebben. De schrandere Jood zal zich, ter meerdere bevestiging van de voortreffelijkheid der Mosaische Wet, over welke hij een geleerden Commentarius heeft nagelaten, van dit kunstje bediend heb- | |
[pagina 556]
| |
ben, door namelijk aldus aan te toonen, dat ook het beste, dat de meest geroemde Heidensche Schrijvers hebben, uit den geest der Mosaische Wetten is overgenomen. 't Zij voor ons Maandwerk genoeg, door deze korte opgave van den hoofdinhoud der aangekondigde Verhandeling, alle liefhebbers der oude geleerdheid oplettend gemaakt te hebben op dit keurig Lettergeschenk, dat den langverkregen roem van eenen Vaderlandschen Geleerden van den eersten rang zal helpen vereeuwigen. |
|