Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1807

Seerpii gratama Oratio de honesta aemulatione inter homines doctos inprimis et doctorum hominum corpora, excitanda ad commune humanitatis civitatisque bonum - ut et Theodori van Swinderen Oratio de Platone, optimo in legibus condendis magistro. (Dat is) Redevoering van S. Gratama over het opwekken des naijvers tusschen geleerden en geleerde stichtingen, ter bevordering van het geluk der menschheid en des staats - gelijk ook Redevoering van T. van Swinderen over Plato als den besten leermeester in het geven van wetten.

Bij eene promotie met de kap is het de gewoonte, dat zoowel de Hoogleeraar, welke den nieuwen Doctor bevordert, als de nieuw bevorderde, eene Redevoering doet. Aan deze gewoonte zijn beide deze Redevoeringen hun bestaan verschuldigd.

De onderwerpen van beide zijn met oordeel gekozen: voor dat van den Hoogleeraar spreekt de gelegenheid

[p. 518]

zelve; en de zoo even genoemde Verhandeling van van swinderen staat in een te naauw verband met deze Redevoering, dan dat niet iedereen de gepastheid der keuze zoude kunnen beöordeelen.

Over de Redevoering van den Hoogleeraar gratama behoeven wij ons oordeel niet te zeggen; zij behelst alles, wat men over dit onderwerp goeds zeggen kan, en de stijl van den Hoogleeraar is uit zijne overige stukken, welke in aller handen zijn, overbekend. Hetzelfde vuur, dezelfde kracht van voordragen heerscht ook hier, en een bekende schotel behoest geene aanprijzing.

De Redevoering van den Heere van swinderen is uitmuntend; geleerdheid, oordeel en zuiverheid van stijl strekken dezelve bijna overal tot aanbeveling; en zoo zijne Verhandelingen bewijzen, dat hij met vrucht de eigenlijk gezegde wetenschappen beoefend heeft, dan bewijst deze Redevoering, dat hij ook in de heiligdommen der Grieksche en Latijnsche letterkunde geen vreemdeling is.