straffen tot het denkbeeld eener wet behooren; en of het denkbeeld van wet noodzakelijk het denkbeeld van een meerderen in zich bevat. Het tweede Hoofdstuk handelt over de natuurlijke wetten in het bijzonder, over de menschelijke natuur, het bestaan, de eigenschappen, het grondbeginsel, de zekerheid en de schijnbare tegenftrijdigheid der natuurlijke wetten; en het derde, eindelijk, over de stellige wetten in den burgerstaat, zoowel die, welke de inrigting van den Staat in het algemeen, als die, welke de onderlinge regten tusschen burger en burger bepalen.
Wanneer wij bij elke dezer bijzonderheden, bij alle de gewigtige onderwerpen, welke in deze Verhandeling uitmuntend behandeld worden, afzonderlijk wilden stilstaan, zouden wij zelven eene Verhandeling schrijven, en ons bestek verre te buiten gaan. Ook bedoelden wij slechts, onze Lezers door dit kort verslag op eene Verhandeling oplettend te maken, die geheel en zamenhangend moet en verdient gelezen te worden; terwijl wij hier nog alleen den wensch bijvoegen, dat weldra eene eervolle standplaats den Heere van swinderen het loon moge geven, waarop zijne vlijt en uitstekende verdiensten zoo billijk eene aanspraak hebben.