de verzochte approbatie dezer beroeping van de hand, 4 Sept. 1805. Zij besloot ter zelver tijd, om h. breijl, tot zoo lang hij gerehabiliteerd was, onder de Klassis van Zevenwouden voor onberoepelijk te verklaren, en alle Kerkeraden onder dezelve Klassis te verbieden, hem eenige deelen van het H. dienstwerk te laten verrigten. Noch breijl, noch de Gemeente van Terkaple appelleerde van die sententie naar de Deputaten van 't Friesche Synode; maar hij werd 27 Nov. 1805 bij dezelfde Gemeente andermaal beroepen. De op nieuw gevraagde approbatie der Klassis wordt wederom geweigerd, dewijl men breijl nog even onberoepelijk beschouwde, als te voren. Nu appelleert breijl naar de Deputaten, onder welken l. napjus, w.d. gromme en j.c. metzlar (de laatste Predikant te Harlingen) in de Bijlagen genoemd worden. Dit Collegie neemt 8 Januar. 1806 het vreemd besluit, om, te niet doende de dispositie der E. Klassis van Zevenwouden, gevallen op de beroeping door de Gemeente van Terkaple en Akmarijp uitgebragt op h. breijl, en bij sententie regt doende, de beroeping voor wel en regt gedaan te verklaren, dienvolgens dezelve, als conform de Kerkelijke Resolutien, te approberen, en de Klassis van Zevenwouden te gelasten, om den Appellant als wettig beroepen Predikant van Terkaple en Akmarijp te erkennen, en als zoodanig onder hare Klassis aan te nemen, compenserende evenwel om redenen de kosten, over deze procedures in cas de Appel gevallen. De Klassis moest dan gedoogen, dat een, naar hunne overtuiging, onberoepelijk persoon werkelijk aan deze Gemeente werd opgedrongen. Zij verzettede zich echter tegen deze wederregtelijke handelwijze, zoo veel zij konde. Deputaten, denkelijk beducht voor den uitslag, zoeken hun wel het Appel tot de Synode, of verzoek van Revisie, op allerlei wijzen moeijelijk te maken, maar kunnen evenwel niet beletten, dat de
zaak in Julij 1806 bij deze hooge Kerkvergadering, gehouden te Bolswerd, aanhankelijk gemaakt wordt. Men laat ondertusschen den aldus in dienst gestelden breijl, nog een vol jaar, in de waarneming van 't eerwaardig leeraarambt voortgaan. Zoo veel tijd moest er verloopen, eer de Klassis van Zevenwouden hare Memorie, in cas van Revies contra h. breijl, kon inleveren bij de Synode, onlangs vergaderd te Franeker. Zoo dit de kerkelijke wetten van Vriesland alzoo vorderen, dan dienen zij in de