Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1807

Vierde en laatste Spelboekje; voor Meergevorderde Leerlingen: door H. Wester. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1806. In 12mo. 63 Bl.

Groote verpligting heeft het onderwijs op de laagere Schoolen aan den Heere wester, Van het eenvoudige tot het

[p. 324]

meer zamengestelde als bij trappen de kinderen op te leiden, is ongetwijfeld de rechte manier, om dezelve kunstmaatig, dat is, duidelijk en verstaanbaar te leeren leezen. Het leeren spellen en uitspreeken van zamengevoegde medeklinkers, twee of meer in getal, zoo aan het begin als aan het einde der woorden, is het doel van dit Spelboekje, waarmede de Heer wester aan de opgevatte taak een einde maakt. Om der Jeugd bij eht dorre en drooge spellen tevens iet nuttigs te leezen te geeven, wierdt hij te rande, telkens een paar woorden uit de Spellesjes te neemen, en dezelve in een kort, rollend en bevallig versje of spreukje te vlechten. Zie hier een voorbeeld, zoo als het boekje openvalt.

Bang	Vang	Long.
Gang	Wang	Wrong.
Tang	Drang	Zong.
Lang	Ding	Dwong.
Hang	Kring	Tong.

Eens, als ik een liedje zong,
Stond daarin: bedwing uw tong!
Vader zei: die les is goed!
Zorg maar, dat gij ook zoo doet.