De Tooneelspeeler tegen dank. Blijspel, in één Bedrijf. Naar 't Hoogduitsch van A. Yon Kotzebue, door H. Binger. Te Amsterdam, bij H. Moolenijzer. In 8vo. 46 Bl.
Waarschijnlijk een extempore. Zeker Toneel-directeur, die zijne kleding en voorkomen zeer spoedig weet te veranderen, doet, ingevolge eener weddingschap, den Hosineester van zekeren Graaf, tegen zijnen dank, eene rol spelen; en het is waarlijk grappig, dat hij dien ouden knorrepot en vijand van het Toneel ten slotte met recht kan toevoegen: Mijnheer! ik ben de Directeur, en heb u reeds op de lijst mijner troep genoteerd; gij hebt zo even in een klein stukjen heel ordenlijk gedebuteerd. Voorts, gelijk wij zeiden, wij houden het stukje voor een extempore.