vele handen is; en wij voegen 'er het vertrouwen bij, dat leder dezer godsdienstige opstellen overal dankbare goedkeuring vindt. Hoe was het de vier, eerst op den titel genoemde, Leeraren mogelijk, reeds den eerstvolgenden Zondag de Gemeente voor te gaan, en dit alzo te doen! Alle deze Aanspraken zijn eenvoudig en hartelijk, ordelijk, aandoenlijk, treffend; het hartstochtelijk gevoel niet te veel gespaard, noch ook te veel opgewekt; in dezelve ademt de echte godsdienstige geest; ootmoed voor God, en door het oog op Hem troost en moed. De Eerw. schotsman bepaalde zich bij een tekst, (Amos III:6b); zijne voorgaande Ambtgenoten verkozen zulks ditmaal niet. Wij kunnen van ons niet verkrijgen, deze stukken met elkanderen te meten; ieder van dezelve doet eer aan des stellers verstand en hart. Prof. rau, wiens aanspraak hier in het oorspronglijk Fransch gegeven wordt, en Ds. egeling, wiens zacht gevoel en ongekunstelde welsprekendheid ons ongemeen bevielen, hebben 'er hunne gebeden bijgevoegd. Wij weten, dat het huis van Prof. rau ingestort, en dat van Ds. schotsman mede verwoest is. - De Leerredenen van Ds. proper, die door het verlies van een dierbaar kleinkind, en Ds. broes, die door de geheele vernieling van zijne woning en bezitting, beiden zo zeer deelden in de bittere ramp, zijn weluitgewerkte Leerredenen; de eetste over Joan. XIV:1, de tweede over Psalm CII:15. Natuurlijk gaat ieder dezer Predikers zijnen eigenen gang, en hadden zij eene bijzondere, meer bepaalde bedoeling; maar beiden leveren, althans in ons oog, indien wij de omstandigheden in acht nemen, een voortreflijk stuk. Zodat wij geen oogenblik twijfelen, of ieder godsdienstig Lezer wenscht, met ons, de Hervormde Gemeente te Leiden hartelijk geluk, dat alle deze waardige mannen, gelijk ook
hare overige Leeraren, gespaard zijn bij het ontzettend ongeval; terwijl wij vertrouwen, dat derzelver zo welgemeende, verstandige, Christelijke pogingen, en alle hunne liefde en trouw, veel hebben bijgedragen, en aanhoudend nog bijdragen, ter opbeuring en vertroosting van zo vele ongelukkigen; en op den duur ter bevordering van ware gelukzaligheid, in ieder lotgeval, door verlichte kennis en warme godsvrucht, krachtig zullen medewerken.