uitvinding van het kruid de Oorlog zo veel wreeder en bloediger geworden is, wordt, naar onze gedachte door de Geschiedenis weerlegd; en dat nu dapperheid en persoonlijke moed niets meer gelden, moge de Dichter bij den tegenwoordigen Krijgsman verantwoorden.
Intusschen mag men toch in zulk een dichtstuk juist voor iederen trek het strengst bewijs niet vorderen; evenwel het al te zeer overdrevene verwekt altijd gelach. Een' enkelen zet op schwartz hadden wij voor ons laten gelden.
De teekening van Leijdens ongeluk is ons beter bevallen, en over het geheel zijn de verzen vloeijende; het brengen van den naam van onzen Koning in ééne lettergreep evenwel uitgezonderd, in de volgende regels, waarmede Leijden wordt aangesproken:
Maakt u-waarts Kaning louis zich, in de Nederlanden
Een' scepter waardig, zij zijn ook dien Koning waard.
Ook bevalt ons de woordspeling met Leijden, dat zoo veel te lijden had, niet regt. Dan chaqu'un son gout! Van sommige bijzonderheden bij het treurig geval geven eenige aanteekeningen ons berigt.
Het verslag van deze beide Stukken achten wij voor ditmaal genoeg.