Het Plan tot een Blijspel, Blijspel, in één Bedrijf. Het Hoogduitsche van Arresto vrij gevolgd. Te Leeuwaarden, bij de Wed. J.P. de Boy. In 8vo. 68 Bl.
De Overste van Reitz wilde met zijnen zoon, den Luitenant, eens eene aardige grap hebben; hij bepraat deszelfs verloofde om zich te kleden als een boerinnetje; dan Mijnheer de minnaar, door zijnen bedienden en spitsbroeder onderricht, speelt nu zeer goed zijn rol, de minnares wordt in goeden ernst vertoornd, en Papa heeft waarlijk berouw. Dan alles komt te recht, daar de Freule den minnaar van zijne trouwloosheid overtuigen zal, en de schriftlijke belofte, die hij haar zo even gegeven had, tot dat einde voor den dag brengt: want, in stede van zo iets, had hij het lieve boerinnetje eenen brief aan zijnen vriend, den Blijspeldichter, in de hand gestopt, waarin hij hem verzocht, geheel die geschiedenis eens te bewerken tot een Blijspel; en Papa en het meisje zien nu beiden dat de Heer Luitenant hen heerlijk gefopt heeft. Dit is het hoofdbeloop van dit waarlijk niet onaardig stukje, dat op het Toneel, vertrouwen wij, zeer wel zal voldoen.