Overdenkingen, bij gelegenheid van den overgang van den Grave F.L. van Stolberg tot de Roomsche Kerk, allen onzijdigen Christenen ter ernstige overweging voorgesteld. Uit het Hoogduitsch. Alom te bekomen. 1806. In kl. 8vo. VIII en 48 bladz.
De vreemde overgang van den Grave f.l. van stolberg, uit de Luthersche Kerk tot de Roomsche, heeft wijd en zijd te meer opzien gebaard, naar mate men zich van 's mans opgeklaarde begrippen algemeen overtuigd hield. 't Is aan sommigen twijfelachtig voorgekomen, of die verandering wel uit edele beginselen voortgevloeid zij; maar wij willen liever denken, dat de brave man, even als Frans Voorhout, wiens overgang, voor eenigen tijd, ook zoo veel geruchts gemaakt heeft, onder de Protestanten zoo veel oneenigheid bespeurd hebbende, omtrent de gewigtigste leerstukken van het Christendom, zich tot de Roomschen heeft gewend, omdat hij bij dezen in tegendeel overeenstemming in gevoelens meende te ontdekken, en zich ter goeder trouwe had laten overtuigen, dat hunne Leer voor onfeilbaar kan gehouden worden.
In 't stukjen, welk wij hier aankondigen, tracht de ongenoemde Schrijver, tot wegneming van den verkeerden indruk, dien zoodanige stap van een man, als stolberg, zou kunnen maken, met eenige bewijzen, die uit het leerstellige der Roomsche Kerk en uit de Geschiedenissen zijn ontleend, en op onloochenbare daadzaken steunen, aan te toonen, dat men waarlijk geen rede heeft, om op de eendracht, eensgezindheid, overeenstemming en onfeilbaarheid dier Kerk te roemen, en het dus te verwachten is, dat stolberg en allen, die zich dit hebben laten wijsmaken, zich, bij de uitkomst, jammerlijk zullen te leur gesteld zien. Hier wordt, onder anderen, melding gemaakt van 't verschil der Roomschen onder elkanderen, of het oordeel van den Paus boven het oordeel van eene Kerkvergadering moet gesteld worden; van de geschiedenis der Pauzen, onder welken de een den anderen van dwaling heeft beschuldigd, en niet een eenige van dwalingen kan vrijgepleit worden, en der Kerkvergaderingen, van welken de eene veroordeelde, 't geen de andere had beslist;